3: Groen
knipperend
5: Groen
continu
3.4.4
Plaatsing en aansluitvoorschriften
Smart Switches zijn niet vochtbestendig en hebben IP klasse 20. Plaats de Smart
Switch in een gesloten cabinet die beschermt tegen vocht (IP65). Probeer direct
zonlicht op de panelen met Smart Switch te vermijden. Zorg voor een temperatuur
tussen -10˚C en 50˚C. Zorg voor een luchtvochtigheid van 5% tot 95% (niet
condenserend).
De aansluitklemmen zijn veerklemmen.
Bedradingsvoorschriften:
I. Gebruik bij gevlochten draad adereindhulsjes.
II. Gebruik bedrading met een minimale diameter van 0,14 mm² en maximaal 2,5
mm². AWG 28-14.
III. De gewenste lengte van een gestripte draad is 6,0 mm.
IV. Gebruik de meegeleverde schroevendraaier (VDE plat 4,0 mm) om de veerklem
te ontgrendelen.
3.4.5
Aansluiten apparatuur en (eind)contacten
Klemmen 1-14 aan de onderzijde van de Smart Switch zijn de aansluitingen voor in-
en uitgangen. Hierop worden de sturingen en de diverse contacten van de aanwezige
apparatuur aangesloten.
Volg bij het aansluiten altijd de instructies op die zijn meegeleverd met de
apparatuur. De uitgangen van de Smart Switch kunnen DC24V sturing + of – geven,
afhankelijk van een + of – aansluiting op de common.
Verwijder de draadbruggen voor het aansluiten van de eindcontacten. In de regelaar
moet deze functionaliteit ingesteld worden.
HortiMaX-Go!
Eindstand
4: Rood
opensturing is
knipperend
bereikt.
(Voorbeeld: raam
is 100% open.)
De sturing is
3,4: Groen
actief.
en Rood
(Voorbeeld: pomp
knipperend
is aan.)
Eindstand dichtsturing is
bereikt. (Voorbeeld: raam is
dicht.)
Noodcontact (verbreekcontact)
actief. (Voorbeeld: noodstop
raam.)
19