De belangrijkste onderdelen van de Smart Switch zijn:
1. DIP-switch voor het instellen van het adres.
2. Led indicatoren voor buscommunicatie.
3. Knop voor handbediening (optioneel).
4. Led indicatoren voor gebruik.
5. Aansluitingen voor voeding en bus.
6. Aansluiting voor randapparatuur.
3.4.1
DIP-switch
Op de HortiMaX-Go! kunnen maximaal 32 Smart Switch schakelaars worden
aangesloten. De eerste (installatie) stap is het adresseren van de schakelaars. Elke
Smart Switch heeft een uniek adres nodig. Dit adres wordt ingesteld met de DIP-
switch. Door de kleine schakelaars ('DIPs') omhoog of omlaag te zetten, ontstaat een
binair getal voor de adressering. Met behulp van de meegeleverde adreslijst wordt
voor iedere Smart Switch de juiste DIP-switch stand en daarmee een uniek adres
bepaald.
Ieder systeem bevat een alarm/meteo Smart Switch met adres 0 en alle 'DIPs'
omlaag. Voor de overige Switches in het systeem wordt de zone ingesteld. Iedere
zone bevat een MTV-Go! meetbox. De DIP-schakelaars 1, 2 en 3 bepalen tot welke
zone de Smart Switch behoort. Er kunnen meerdere Smart Switches in dezelfde zone
voorkomen.
Figuur 3-3:
De DIP-schakelaars 4, 5, 6, 7 en 8 bepalen het unieke volgnummer van de Smart
Switch. Het volgnummer mag per HortiMaX-Go! maar één keer voorkomen.
16
DIP-switch
HortiMaX-Go!