Bel daarom het doorgeschakelde nummer vanaf een andere
poort of vanaf een ander nummer, terwijl de betreffende poort
bezet is. Controleer of u wordt doorgeschakeld.
In tabel 10 staan de codes waarmee u de doorschakelingen in en
uit kunt schakelen.
Tabel 10 Doorschakelingen in/uitschakelen
Doorschakelmethode (*)
Intern doorschakelen
Extern doorschakelen
Toelichting tabel 10
(*) Er is van uitgegaan dat u voor het kiezen van een buitenlijn een 0 moet kiezen, dus dat u direct
een binnenlijn kunt kiezen. Is het in uw situatie andersom, druk dan wanneer u intern wilt door-
schakelen eerst op de flash-toets of op het haakcontact van uw telefoon. Bij extern doorschakelen
kunt u de 0 dan weglaten.
Voorbeeld intern doorschakelen
>
U wilt de oproepen op poort 1 doorschakelen naar poort 2.
1
Sluit uw toontoestel aan op poort 1 en neem de hoorn op.
>
U hoort een kiestoon.
Toets in: ?21?2/.
2
>
U hoort een acceptatietoon.
Voorbeeld extern doorschakelen
>
U wilt de oproepen op poort 1 direct doorschakelen naar het
externe telefoonnummer (070) 111 11 11.
1
Sluit uw toontoestel (TDK) aan op poort 1 en neem de hoorn op.
>
U hoort een kiestoon.
Toets in: 0.
2
>
U hoort een kiestoon.
Toets in: ?21?0701111111/.
3
>
U hoort een acceptatietoon.
Aan/uit Direct
?21? (poortnr.)/
Aan
/21/
Uit
0, kiestoon, ?21?
Aan
(bestemmingsnr.)/
0, kiestoon, /21/
Uit
Bij geen gehoor
?61? (poortnr.)/
/61/
0, kiestoon, ?61?
(bestemmingsnr.)/
0, kiestoon, /61/
Bij bezet
?67 ?(poortnr.)/
/67/
0, kiestoon, ?67?
(bestemmingsnr.)/
(nog niet beschikbaar)
0, kiestoon, /67/
(nog niet beschikbaar)
53