6
Gebeld worden
6.1
Belsignaal instellen
Wanneer u wordt gebeld geven alle telefoontoestellen standaard
hetzelfde belsignaal, dat herkenbaar is aan een vast ritme.
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen een interne en
een externe oproep.
Wilt u een interne of externe oproep herkennen, dan kunt u per
poort naast een extern belsignaal ook een intern belsignaal in-
stellen (zie tabel 8). Hierbij heeft u uw pincode nodig. Bij een interne
oproep krijgt u dan een belsignaal met een ander ritme te horen.
Let op!
–
Controleer altijd of een aangesloten telefoontoestel reageert,
wanneer u ook het interne belsignaal heeft ingesteld. Alle tele-
foontoestellen zijn ontworpen om een extern belsignaal te
ontvangen, maar niet alle telefoontoestellen kunnen ook een
afwijkend intern belsignaal ontvangen. Raadpleeg hiervoor
eventueel de gebruiksaanwijzing van het telefoontoestel.
–
Wilt u op basis van het belsignaal kunnen herkennen op welk
nummer u wordt gebeld, wijs dan uw nummers toe aan
verschillende poorten van de Quattrovox (zie paragraaf 3.3,
Telefoonnummers toekennen aan gebruikers).
Belsignaal wijzigen
>
U wilt op een bepaalde poort zowel een extern als een intern
belsignaal instellen.
1
Sluit een toontoestel (TDK) aan op één van de poorten van de
Quattrovox.
2
Neem de hoorn op.
>
U hoort een kiestoon.
Toets in: ?87?(pincode)/.
3
>
U hoort een acceptatietoon als de pincode is geaccepteerd.
Toets in: ?84? (poortnummer 1, 2, 3 of 4), (nummer
4
voorkeur belsignaal: intern/extern belsignaal hetzelfde = 0,
onderscheid tussen extern en intern belsignaal = 1)/.
>
U hoort een acceptatietoon als de programmering is geslaagd.
5
Ga verder met programmeren of leg de hoorn neer.
40