44
nl | Camera
Limiet voor omhoog kantelen
De bovenste kantelgrenswaarde van de camera instellen. Gebruik het voorbeeldvenster om de
camera naar de kantelgrenswaarde te bewegen en klik op de knop.
Pan limit left
Stel de juiste draailimiet in aan de linkerkant.
Pan limit right
Stel de juiste draailimiet in aan de rechterkant.
Tour A / Tour B
Start en stopt de opname van een opgenomen (bewakings)tour.
De AutoDome is geschikt voor twee (2) opgenomen tours. Een opgenomen tour bespaart u
alle handmatige camerabewegingen die tijdens de opname worden gemaakt, inclusief de
draai-, kantel- en zoomsnelheden en andere wijzigingen van de objectiefinstellingen. De tour
legt geen camerabeelden vast tijdens het opnemen van de tour.
Opmerking 1: u kunt in totaal 15 minuten aan opgenomen acties tussen de twee tours
opslaan.
Een tour opnemen:
1.
2.
3.
4.
5.
Opmerking: Tour B is nu bedoeld voor gebruik met de functies 'IVA tijdens beweging'.
Kompas
Met de camera kunnen gebruikers de kompasrichting van de camera in de
rechterbenedenhoek van het beeldscherm weergeven. De camera geeft de hoofd- of
tussenwindstreek (N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW) weer waarin de camera wijst.
Bericht!
De kompasfunctie is niet compatibel met de functie Intelligent Tracking van Bosch. Als
Intelligent Tracking is geactiveerd, schakelt de camera automatisch de weergave van de
kompasrichting uit. Wanneer Intelligent Tracking wordt uitgeschakeld, toont de camera de
kompasrichting weer op het beeldscherm.
U moet eerst de camera op het noorden kalibreren voordat de camera de correcte
kompasrichtingen kan weergeven. De camera gebruikt deze kalibratie, die gewoonlijk op het
magnetisch noorden is ingesteld, als de nulgradenpositie voor de draaihoek en als het
kompasnoorden. De camera geeft dan de kompasrichting weer, gebaseerd op het aantal
graden vanaf het kalibratiepunt Noord.
Het kalibratiepunt Noord instellen:
1.
2.
3.
Noordpunt
–
2017.11 | 1.0 | F.01U.349.011
Klik op de knop Start Recording (Opname starten). U wordt gevraagd of u de bestaande
tour wilt overschrijven.
Klik op Yes (Ja) om de bestaande tourbewegingen te overschrijven.
Klik op de koppeling View Control (Weergaveregeling) onder het deelvenster van het
beeld om toegang te krijgen tot de navigatie- en zoomregeling.
Gebruik het dialoogvenster View Control (Weergaveregeling) om de nodige
camerabewegingen te maken.
Klik op de knop Stop Recording (Opname stoppen) om alle acties op te slaan.
Bepaal eerst het kompasnoorden en beweeg daarna de camera naar die positie.
Selecteer het keuzerondje Aan voor de parameter Kompas.
Klik op de knop naast Noordpunt om het kalibratiepunt in te stellen.
Klik op de knop Instellen om het bestaande Noordpunt te overschrijven. Er verschijnt een
dialoogvenster met het bericht "Noordpunt overschrijven?" Klik om dit te bevestigen op
OK. Klik op Annuleren om te annuleren.
Bedieningshandleiding
MIC IP fusion 9000i
Bosch Security Systems