28
nl | Camera
Bericht!
De functie Schetsen is alleen beschikbaar voor geconfigureerde en toegewezen presets.
Configureer voor AUTODOME- en MIC-camera's de presets van de camera en wijs de presets
toe aan de beschikbare 16 VCA-profielen voordat u kalibreert met Schetsen.
Toepassingen zijn presets van camera's die op verschillende grondvlakken zijn gericht, een
geoptimaliseerde kalibratie voor hellende grondvlakken of grote brandpuntsafstanden. Een
lokale presetkalibratie heeft geen invloed op de globale kalibratie.
Presets kunnen ook worden gekalibreerd zonder een globale kalibratie in te voeren.
Berekenen
Schakel het selectievakje Berekenen in om de draaihoek, kantelhoek, hoogte en
brandpuntsafstand te verkrijgen op basis van de geschetste kalibratie-elementen (verticale
lijnen, lijnen op de grond en hoeken op de grond) die u in de camera hebt ingevoerd.
Schakel het selectievakje Berekenen uit om handmatig een waarde in te voeren of om de
waarden te vernieuwen met de waarden die door de camera zelf worden verstrekt.
Kantelhoek [°] / Draaihoek [°]
Voer de hoek handmatig in of klik op het pictogram Vernieuwen om waarden te verkrijgen van
sensoren waarover de camera beschikt. U kunt ook het selectievakje Berekenen inschakelen
om waarden te verkrijgen die zijn gebaseerd op de kalibratie-elementen die zijn gemarkeerd
op het beeld.
Hoogte [m]
Voer de hoogte handmatig in of klik op het pictogram Vernieuwen om waarden te verkrijgen
van sensoren waarover de camera beschikt. U kunt ook het selectievakje Berekenen
inschakelen om waarden te verkrijgen die zijn gebaseerd op de kalibratie-elementen die zijn
gemarkeerd op het beeld.
Brandpuntsafstand
Voer de brandpuntsafstand handmatig in of klik op het pictogram Vernieuwen om waarden te
verkrijgen van sensoren waarover de camera beschikt. U kunt ook het selectievakje Berekenen
inschakelen om waarden te verkrijgen die zijn gebaseerd op de kalibratie-elementen die zijn
gemarkeerd op het beeld.
Camera's kalibreren met gebruikmaking van het venster Kalibratie schetsen
Ga als volgt te werk om waarden vast te stellen die niet automatisch worden ingesteld:
1.
2.
2017.11 | 1.0 | F.01U.349.011
Voer de waarde voor kantelhoek, draaihoek, hoogte en brandpuntsafstand aan als deze
waarde bekend is, door bijvoorbeeld de hoogte van de camera boven de grond te meten
of door de brandpuntsafstand af te lezen van het objectief.
Schakel voor elke nog onbekende waarde het selectievakje Berekenen in en plaats een
kalibratie-element op het camerabeeld. Gebruik deze kalibratie-elementen om individuele
omtreklijnen van de weergegeven omgeving in het camerabeeld te traceren en de positie
en de grootte van deze lijnen en hoeken te definiëren.
–
Klik op
om een verticale lijn op het beeld te plaatsen.
Een verticale lijn is een lijn die loodrecht op het grondvlak staat (zoals een
deurkozijn, de rand van een gebouw of een lantaarnpaal).
–
Klik op
om een lijn over de grond in het beeld te plaatsen.
Een lijn op de grond is een lijn die op het grondvlak ligt (zoals een wegmarkering).
Bedieningshandleiding
MIC IP fusion 9000i
Bosch Security Systems