INSTALLATIE: VERANDERING VAN GASTYPE
•
VERANDERING VAN GASTYPE:
naargelang het gastype. De instelling van de gasbranders moet absoluut gecontroleerd worden
na de installatie en de aansluitingen.
Bij een verandering van gastype moet u achtereenvolgens:
. de injectoren wisselen,
. het vlamaspect aanpassen door instellen van de luchttoevoerhuls,
. het minimumdebiet van de bedieningsknoppen regelen (zie op pag. 28).
•
INJECTOREN WISSELEN
Elke injector wordt geïdentificeerd door een merkteken. Voor het wisselen van een injector,
gebruik de met het apparaat geleverde sleutel; deze is voorzien van een vergrendelingsysteem
dat de injector in zijn steun weerhoudt zolang deze is uitgebouwd.
Om toegang te verkrijgen tot een injector moet u:
· het panrooster verwijderen,
· de branderkap en het branderhuis verwijderen,
· de injector losschroeven met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
· de met het brander- en gastype overeenstemmende
injector(en) monteren,
· deze vast aanschroeven,
· het branderhuis, de branderkap en het panrooster terugplaatsen.
1,45 kW
2,5 kW
halfsnelle
Snelle brander
brander
3,2 kW
1,45 kW
Snelle brander
Halfsnelle
brander
of Dubbele kroon
2 2
het warmtevermogen en de gasdruk varieren
:
Aardgas :
G20-20 mbar / G25-25 mbar
Injector
Injector
96
122
Injectoren
Injector
94 x 2
96
Branderhuis
Injector
Voorbeeld hiernaast:
Snelle brander 3,2 kW of
dubbele kroon 3,2 kW
Butaangas : G30 28-30 mbar
Propaangas : G31 37 mbar /
G31 30 mbar
Injector
Injector
61
80
Injectoren
Injector
65 x 2
61