7.4. Collectorkop-verbinding
1. Gebruik altijd twee tegengestelde sleutels bij het aandraaien van de
klemkoppelingen. Zo kan de koperpijp van de collectorkop niet verdraaien en
beschadigen (ingang/uitgang).
2. Draai met standaard lengte sleutels met kleine beetjes kracht. Draai niet aan de
fittingen.
3. Vul het circuit met waterdruk en controleer de dichtheid aan de klemkoppelingen.
Als ze lekken draai dan de fitting volledig aan, wikkel eventueel Teflon tape op
koppelingen met schroefdraadverbindingen.
4. Bij meerdere collectoren in serie dient er gebruik te worden gemaakt van flexibele
buizen tussen twee collectoren vanwege de expansie en contractie bij verhitting en
bij afkoeling.
5. - Warmteverlies uit de leidingen kan aanzienlijk zijn en moeten worden voorkomen
door eventuele punten van warmteverlies te isoleren. Zorg ervoor dat het
isolatiemateriaal strak is afgewerkt rondom de in- en uitlaat.
- Zorg dat er geen vocht bij de temperatuursensor kan komen.
- Het isolatiemateriaal moet worden beschermd tegen hoge temperaturen en UV. De
circulatiepomp moet ook worden geïsoleerd, dit zou verlies in rendement kunnen
veroorzaken.
6. Er kunnen maximaal 2 zonnecollectoren van Prisma Pro 24 aan elkaar worden
gekoppeld zonder dat er een flexibele leiding gebruikt hoeft te worden.
7. Het is aan te raden om met grote collectorvelden maximaal zes Prisma Pro 24
collectoren in serie aan elkaar te koppelen. Gaat u meer collectoren installeren,
raden wij aan deze parallel te schakelen en met flowmeters het debiet in te regelen.
24