2 Veiligheid
▶
Let er bij het inbouwen van de rookgasbuizen absoluut
op dat de afdichtingen goed geplaatst zijn. De lip van
de afdichting moet naar binnen gericht zijn (1), niet naar
buiten (2).
▶
Bouw geen beschadigde afdichtingen in.
Mortelresten, spaanders, enz. in de verbrandingsluchttoe-
voer/rookgasafvoer kunnen de afvoer van gassen bemoeilij-
ken. Het afvoergas kan in de kamer terechtkomen.
▶
Verwijder na afloop van de montage mortelresten,
spaanders, enz. uit de verbrandingsluchttoe-
voer/rookgasafvoer.
Verlengstukken die niet aan de muur of aan het plafond zijn
bevestigd, kunnen doorbuigen en uitzetten, zodat ze scheu-
ren.
▶
Bevestig elk verlengstuk met een beugel aan de muur of
aan het plafond.
▶
Gebruik indien mogelijk de originele buisklemmen uit het
productprogramma.
–
Als u courante buisklemmen gebruikt, dan moet het
spanbereik 130 mm, 160 mm resp. 200 mm omvat-
ten, het draagvermogen moet minstens 200 kg bedra-
gen.
–
De afstand tussen twee beugels mag hoogstens zo
lang als het verlengstuk zelf zijn.
–
De buisklemmen moeten contactgeluidontkoppeld
zijn.
Bij opwarming zet de rookgasleiding uit. Als de buizen aan
de uitzetting gehinderd worden, dan kan het tot een breuk
komen en hierdoor kan er gas ontsnappen.
▶
Bevestig de buisklemmen telkens met een stokschroef
of draadstang M8/M10 in muur of plafond. Daardoor is
er voldoende elasticiteit voor de bevestiging bij warmte-
uitzetting van de buizen.
▶
Bevestig de buisklemmen met stokschroeven of draad-
stangen.
Lasten aan de VGA kunnen de rookgasleiding beschadigen
en tot gaslekken leiden.
▶
Bevestig geen lasten aan de VGA.
Door mechanische stootbelasting van de rookgasleiding kan
de rookgasleiding vernietigd worden. Rookgassen kunnen
lekken.
▶
Plaats de rookgasleiding niet in zones met mechanische
stootbelasting. De rookgasleiding kan ook door veilig-
6
heidsinrichtingen, die door de klant geïnstalleerd worden,
tegen stootbelasting beschermd worden.
Condens dat in de afvoerleiding blijft staan, kan de dichtin-
1
gen beschadigen.
▶
Plaats de horizontale rookgasbuis met verval.
–
Verval naar het product: 3°
Aanwijzing
2
3° komt overeen met een verval van ca. 50
mm per meter buislengte.
2.3.4
Levensgevaar door lekkende rookgassen
uit openingen van de VLT/VGA
Alle openingen van de VLT/VGA die voor inspectiedoelein-
den geopend kunnen worden, moeten vóór de ingebruik-
name en tijdens de werking gesloten zijn.
▶
De openingen van de VLT/VGA mogen alleen door een
installateur geopend worden.
2.3.5
Brandgevaar en schade aan de elektronica
door ontbrekende bliksembeveiliging van
de rookgasinstallatie
Bij blikseminwerking kan het product beschadigd worden en
het kan tot branden komen.
▶
Als het gebouw met een bliksembeveiligingsinstallatie
uitgerust is, dan dient u de lucht-/rookgasbuis bij de blik-
sembeveiliging te betrekken.
▶
Als de verticale rookgasleiding materialen uit metaal be-
vat, dan dient u de verticale rookgasleiding bij de potenti-
aalvereffening te betrekken.
2.3.6
Gevaar voor verwondingen door instortend
dak
Wanneer de verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer door-
heen de dakbedekking loopt, kan de waterdamp in het rook-
gas bij slecht weer op het dak of het dakgebint tot ijs bevrie-
zen.
▶
Zorg er op de plaats van installatie voor dat dit ijs niet
van het dak schuift.
▶
Monteer eventueel ijsvangroosters.
2.3.7
Verstikkingsgevaar door ontbrekende
achterventilatie
De rookgasleiding heeft geen achterventilatie.
Als de opstellingsruimte van het product niet geventileerd is,
bestaat verstikkingsgevaar.
▶
Bouw in de opstellingsruimte een in de open lucht lei-
dende ventilatieopening in.
Montagehandleiding VLT/VGA-systeem 0020148348_02