NL
6.28
Bedieningsparameters
In sommige toepassingen wordt de functie BEDIENINGSPARAMETERS (CONTROL
PARAMETERS) weergegeven in plaats van DYNAMISCHE BEDIENING (DYNAMIC
CONTROL). Onder Bedieningsparameters kunnen twee instellingen worden
doorgevoerd:
S
Dynamische waarden: Heeft invloed op de dynamische eigenschappen.
S
Inductantie: Hoge waarden geven een breder lasbad en minder spatten. Lagere
waarden leveren een stabiele, geconcentreerde boog en meer geluid.
- De bedieningsparameters worden ingesteld in het lasdata-instelmenu.
6.29
Instelgrenswaarden
Zie voor informatie over instelgrenswaarden hoofdstuk 9.4 "Parameters bewerken"
6.30
Meetgrenswaarden
Zie voor informatie over meetparameters hoofdstuk 9.5 "Meetparameters bewerken"
7
GEHEUGENBEHEER
7.1
Werking bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat in feite uit twee eenheden: het werkgeheugen en het
lasdatageheugen.
Werkgeheugen
In het werkgeheugen wordt een volledige set lasgegevens aangemaakt die kan
worden opgeslagen in het lasdatageheugen.
Tijdens het lassen bestuurt de inhoud van het werkgeheugen het lasproces. Het is
daarom ook mogelijk om een set lasgegevens uit het lasdatageheugen op te roepen
naar het werkgeheugen.
Het werkgeheugen bevat altijd de meest recente set lasgegevens. Dit kunnen
instellingen uit het lasdatageheugen zijn of instellingen die u zelf hebt aangepast.
Het werkgeheugen is dus nooit leeg en wordt nooit gereset.
bi24d1ha
Opslaan
Oproepen
- 26 -
Lasdatageheugen
© ESAB AB 2009