[OPNAME] functie:
Het maken van beelden met uw favoriete
instellingen
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
A [MODE] knop
B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Op 3/4 drukken om [NORMALE FOTO] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
C [MENU/SET] knop
Richt de AF-zone op het punt waarop u
wenst scherp te stellen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
•
De focusaanduiding (groen) gaat branden wanneer er
op het onderwerp scherpgesteld is.
•
Het focusbereik is 30 cm tot ¶.
Druk de half ingedrukte ontspanknop
helemaal in om het beeld te maken.
•
De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het
ingebouwde geheugen (of de kaart) worden gemaakt.
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
A
A Aanduiding voor de scherpstelling
B AF-zone (normaal)
C AF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
·
(
: Normale beeldfunctie)
·
Het focussen
Focus
Aanduiding voor
B
de scherpstelling
C
AF-zone
Geluid
Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Aan
Wit>Groen
Biept 2 keer
Basiskennis
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Knippert
Wit>Rood
Biept 4 keer
(DUT) VQT2F78
19