nl De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
10 De Bediening in essentie
10.1 Kookplaat inschakelen
Op
drukken.
▶
De symbolen van de kookzones en de momenteel
beschikbare functies branden.
a De kookplaat is gebruiksklaar.
ReStart
Wanneer u het apparaat binnen 4 seconden na het
▶
uitschakelen weer inschakelt, treedt de kookplaat in
werking met de vorige instellingen.
10.2 De kookplaat uitschakelen
aanraken tot de indicaties doven.
▶
a Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Opmerking: Wanneer alle kookzones langer dan
59 seconden uitgeschakeld zijn, dan schakelt de kook-
plaat uit.
10.3 De vermogensstand in de kookzones
instellen
De kookzone heeft 17 vermogensstanden, die van
met tussenwaarden worden weergegeven. Kies de
vermogensstand die voor het product en de geplande
bereiding het meest geschikt is.
Druk de draaiknop ter hoogte van de gewenste
1.
kookzone in om de kookzone te selecteren.
is helderder verlicht.
a
Draai aan de draaiknop om de gewenste vermo-
2.
gensstand te selecteren.
a De vermogensstand is ingesteld.
Opmerking: Wanneer er geen kookgerei op de kook-
plaat staat, of de pan niet geschikt is, dan knippert de
gekozen vermogensstand. Na een bepaalde tijd wordt
de kookzone uitgeschakeld.
QuickStart
Als u vóór het inschakelen van het apparaat een of
▶
meerdere pannen op een kookzone plaatst, herkent
de kookplaat deze en kiest de kookplaat automa-
tisch de kookzone voor één van de pannen. Vervol-
gens in de volgende 59 seconden de vermogens-
stand kiezen, anders schakelt de kookplaat zelf uit.
Vermogensstand wijzigen of kookzone
uitschakelen
De kookzone kiezen.
1.
De vermogensstand met de draaiknop wijzigen of
2.
op 0 zetten.
a De vermogensstand van de kookzone wordt gewij-
zigd of de kookzone wordt uitgeschakeld.
12
10.4 Kookadviezen
De tabel geeft aan welke vermogensstand (
welk levensmiddel geschikt is. De bereidingstijd (
)kan variëren afhankelijk van de soort, het gewicht, de
dikte en de kwaliteit van de levensmiddelen. Om voor
te verwarmen, vermogensstand 8 - 9 instellen.
Smelten
Boter, honing, gelatine
Verwarmen en warm houden
Gekookte worstjes
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries
Gaarstoven, zachtjes laten ko-
ken
Aardappelballetjes
Geklopte sauzen, bijv. bearnai-
sesaus, hollandaisesaus
Koken, stomen, stoven
tot
Rijst met dubbele hoeveelheid
water
Aardappelen in schil
1
Pasta
Soepen
Groente
Eenpansgerecht met de snel-
kookpan
Sudderen
Stoofvlees
2
Goulash
Sudderen / braden met weinig
1
vet
Schnitzel, al dan niet gepa-
neerd
Steak (3 cm dik)
Borst van gevogelte (2 cm dik)
Hamburger (2 cm dik)
Vis en visfilet, gepaneerd
Garnalen en krab
Sauteren van verse groente en
paddestoelen
Diepvriesgerechten, bijv. koe-
kenpangerechten
Omelet (na elkaar bakken)
Frituren, 150-200 g per portie
in 1-2 l olie, in porties frituren
Diepvriesproducten, bijv. frites,
kip-nuggets
Zonder deksel
1
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
2
1 - 2
1
3 - 4
3 - 4
1
4.5 - 5.5
3 - 4
2.5 - 3.5
4.5 - 5.5
6 - 7
3.5 - 4.5
2.5 - 3.5
4.5 - 5.5
4 - 5
3 - 4
6 - 7
7 - 8
5 - 6
6 - 7
6 - 7
7 - 8
7 - 8
6 - 7
3.5 - 4.5
1
8 - 9
) voor
-
-
15 - 25
20 - 30
8 - 12
15 - 30
25 - 35
6 - 10
15 - 60
10 - 20
-
60 - 100
50 - 60
6 - 10
8 - 12
10 - 20
10 - 20
8 - 20
4 - 10
10 - 20
6 - 10
3 - 10
-