Verwerking van de leidingen
1
Flensvormen
Flens- en moerbevestigingsmethode
Snijd de leiding af met een pijpsnijder (door
de pijpsnijder herhaaldelijk te draaien) en
steek de leiding in de verbindende moer om
een flens te vormen. De gasleiding en de
vloeistofleiding met een buitendiameter van
19 mm of minder kunnen met elkaar verbon-
den worden door middel van flensvorming.
90° ± 4
A
R0.4~0.8
ATTENTIE
De harde buis moet voor het vormen van de flens gegloeid worden.
Voor het snijden van leidingen moeten pijpsnijders worden gebruikt (gebruik geen ijzerzagen of metalen snijappara-
tuur om overmatige vervorming van koperen leidingdelen en binnendringen van koperspanen in de buizen te voorko-
men).
Verwijder bramen voorzichtig om krassen bij de buisaansluiting te voorkomen. Deze kunnen tot lekkage van koelmid-
del leiden.
Bij het aansluiten van leidingen moeten twee moersleutels (een momentsleutel en een vaste moersleutel) worden
gebruikt.
Voordat u een flens vormt, moet de flensmoer om een leiding worden aangebracht.
Controleer of het flensoppervlak beschadigd is.
Gebruik de flensdelen niet opnieuw.
2
Leiding buigen
Buigmethode
Handmatig buigen: Van toepassing op dunnen kope-
ren leidingen (ф6,4-ф12,7).
Mechanisch buigen: Bredere toepassing (ф 6,4-ф
28), met behulp van een veerpijpenbuiger, handmati-
ge pijpenbuiger of elektrische pijpenbuiger.
Pijpsnijder
Buitendiameter
(mm)
φ 6,35
φ 9,52
φ 12,7
φ 15,9
φ 19,1
Opmerking: D1 is de minimale diameter en
D2 is de nominale diameter.
26
Helling
Ruw
90°
A (mm)
Max.
Min.
8,7
12,4
12,0
15,8
15,4
19,1
18,6
23,3
22,9
D1
D1
D2
D2
Bramen
8,3
85 %