PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN - VOOR DE INSTALLATEUR
HET WATER IS KOUD
•
Er moet worden nagegaan of de elektrische voeding van de thermostaat ade-
quaat is en alle zekeringen en de beveiligingsschakelaar moeten worden na-
gegaan.
•
De veiligheidsuitrusting van de thermostaat moet worden gecontroleerd, waar-
van de beschermingskast met behulp van een schroevendraaier met een platte
kop kan worden verwijderd.
•
Het verwarmingselement moet ook worden gecontroleerd.
•
Als de boiler wordt gebruikt in een dalperiode, neem dan contact op met een
adequate gecontracteerde serviceverlener om de tijdschakelaar van het appa-
raat te controleren.
HET WATER IS HEET (dampvorming bij de kranen),
•
Het toestel moet onmiddellijk van het elektrische netwerk worden afgesloten en
de warm water kranen dienen langzaam te worden geopend.
•
Controleer de instellingen en de werking van de thermostaat.
•
Als het toestel oud is, controleer of er aanslag binnen het apparaat zit. Ontkalk het
toestel, zie "Het toestel ontkalken", op pag. 25.
DE DRUK VAN HET WATER IS ZWAK
•
Controleer of er drukverlaging in de koud water aanvoer optreedt, omdat dit, bij
een niet-adequate afsluiting van het ventiel, warm water toevoer in het koude
waterleidingnet mogelijk maakt.
•
Controleer het verwarmingselement en - indien aanwezig - de juiste werking
van de tijdschakelaar voor piek- en dalperiode.
DE VEILIGHEIDSGROEP DRUPPELT DOOR HET AFVOERGAT
•
Dit verloop is normaal tijdens het verwarmen. Zorg ervoor dat het afvoergat van
het ventiel goed is aangesloten op een afvoerleiding.
Blokkeer dit afvoergat nooit
•
Als er een continu stroom is of een stroom buiten de verwarmingsperiodes,
moet u de toevoerdruk laten controleren.
•
In het geval van zeer hard water, dient het verwarmingselement elk jaar te wor-
den gereinigd en de thermostaat moet door een professionele technicus op
65°C worden ingesteld.
NL
Probleem oplossing
1221114201/03_661Y3300 • A
27