4.5. Stap 7: Instellen vermogen per
verdelergroep
ä
Let op!
Het vermogen van alle verdelergroepen van alle regelaars
moeten worden ingesteld!
Opmerking
De verhouding tussen de ontwerpvermogens en de vraag van de
thermostaat bepalen de open stuurtijd.
a) Sluit de servicetool aan op de laptop en de betreffende regelaar
van de in te stellen verdelergroepen.
b) Start de servicetool.
c) Ga naar het tabblad Instellingen.
d) Selecteer in de lijst de betreffende verdelergroep of gebruik de
zoekbalk.
e) Raadpleeg de warmteverliesberekening voor het vermogen van
de betreffende verdelergroep.
f)
Controleer en pas, indien nodig, het vermogen (W) van de
geselecteerde verdelergroep aan.
Bevestig de aanpassing met de knop Wijzigen.
| Fabrieksinstelling 1100 | Min. 100 | Max. 5000 |
g) Herhaal vanaf stap e om het vermogen van alle verdelergroepen
in te stellen.
Na het instellen van alle verdelergroepen van alle regelaars, ga
verder met Stap 8: Instellen vermogen warmtepomp op pagina 31.
4.6. Stap 8: Instellen vermogen warmtepomp
ä
Let op!
Sluit de servicetool aan op de hoofdregelaar!
a) Sluit de servicetool aan op de laptop en de hoofdregelaar.
b) Start de servicetool.
c) Ga naar het tabblad Instellingen.
d) Selecteer de instelling 53: Beschikbaar vermogen.
e) Controleer en pas, indien nodig, het vermogen (kW) van de
warmtepomp aan.
Bevestig de aanpassing met de knop Wijzigen.
| Fabrieksinstelling 2,5 | Min. 0 | Max. 99 |
De inbedrijfstelling van Autotemp Spider is nu gereed.
Stop de IBS-modus van de servicetool en ga verder
met de inbedrijfstelling van het warmtepompsysteem.
31