Inhoudsopgave
Advertenties
11. PROEFDRAAIEN
1. Wanneer de installatie voltooid is moet de werking van het apparaat worden getest.
2. Check de volgende punten vóór u het proefdraaien begint.
•
Wanneer de installatie voltooid is moet de werking van het apparaat worden getest.
•
Check de volgende punten vóór u het proefdraaien begint.
•
De interne en externe units zijn correct geïnstalleerd.
•
De leidingen en elektrische verbindingen zijn correct gemonteerd.
•
Er is gecheckt dat er geen lekken zijn in de koelmiddelleiding.
•
De waterafvoer is niet verstopt.
•
De thermische isolering functioneert goed.
•
De aarding is correct uitgevoerd.
•
Er is rekening gehouden met de lengte van de leidingen en met de grotere koelmiddelinhoud.
•
De voedingsspanning komt overeen met de specificaties van het apparaat.
•
De luchttoevoer- en afvoer van de interne en externe units wordt niet belemmerd.
•
De ventielen zijn geopend aan de gas- en vloeistofzijde.
•
De airconditioner werd voorverwarmd door hem op de stroom aan te sluiten.
3. Monteer de houder van de afstandsbediening op een plaats waar interne unit het signaal goed
ontvangt, overeenkomstig de gebruiksaanwijzingen.
4. Proefdraaien
•
Stel de airconditioner in op KOELING met behulp van de afstandsbediening en check de
volgende punten overeenkomstig de "Gebruikershandleiding". Indien er iets niet correct
functioneert kunt u het probleem oplossen met behulp van het hoofdstuk Defecten en oorzaken
van de "Gebruikershandleiding".
1) Check bij de interne unit het volgende:
a. De schakelaar van de afstandsbediening functioneert goed.
b. De knoppen van de afstandsbediening functioneren goed.
c. De deflector van de uitstromende lucht beweegt zich normaal.
d. De kamertemperatuur kan correct worden ingesteld.
e. Het lampje brandt normaal.
f.
De knoppen van de tijdschakelaar functioneren goed.
g. De waterafvoer functioneert goed.
h. Er zijn geen overmatige trillingen of geluiden tijdens het draaien.
De airconditioner verwarmt goed, indien het een type VERWARMING KOELING betreft.
i.
2) Check bij de externe unit het volgende:
a. Er zijn geen overmatige trillingen of geluiden tijdens het draaien.
b. De uitstromende lucht, het geluid of het condensatiewater zijn niet hinderend voor de buren.
c. Er is geen lek in de koelmiddelleiding.
BELANGRIJK
Een beschermingsfunctie zorgt ervoor dat de unit na een stop gedurende drie minuten niet start.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
