Installatie
1
2
3
3
Zonnepaneel aansluiten
Er mogen alleen zonnepanelen van de volgende catego-
rie worden aangesloten: klasse A volgens IEC 61730.
De PV-strings mogen alleen op de omvormer worden
1.
aangesloten, wanneer de behuizing is gesloten.
Monteer het deksel en schroef dit vast (5 Nm).
Schakel de omvormer spanningsvrij.
2.
Hfdst. 4.3
Let er bij meerdere omvormers in een PV-installatie
3.
op dat bij de aansluiting van de zonnegenerators
geen kruisschakeling ontstaat.
Afb. 31: Foutieve bedrading zonnegenerators
Controleer de strings op aardsluitingen en kortsluitin-
4.
gen en verhelp deze eventueel.
© 2017 KOSTAL Solar Electric GmbH
4
5
6
7
8
9
10
11
GEVAAR
LEVENSGEVAAR DOOR ELEKTRI-
SCHE SCHOK EN ELEKTRISCHE
ONTLADING!
De zonnegenerators/PV-leidingen
kunnen onder spanning staan, zo-
dra deze aan licht zijn blootgesteld.
BELANGRIJKE
INFORMATIE
De schroeven van het deksel kun-
nen bij een verkeerde montage vast
gaan zitten en de schroefdraad in
de behuizing vernielen. Draai de
schroeven van het deksel kruislings
aan en niet meteen helemaal vast.
Daardoor wordt het deksel beter op
de behuizing gecentreerd en wordt
voorkomen dat de schroeven in de
behuizing vast gaan zitten.
GEVAAR
LEVENSGEVAAR DOOR ELEKTRI-
SCHE SCHOK EN ELEKTRISCHE
ONTLADING!
Schakel het toestel spanningsvrij,
beveilig het tegen opnieuw inscha-
kelen en wacht vijf minuten, om
ervoor te zorgen dat de condensa-
tors zich kunnen ontladen.
Hfdst. 4.3
SCHADE MOGELIJK
Bij een verkeerde bedrading van
de zonnegenerators kan er scha-
de aan de omvormer ontstaan.
Controleer de bedrading vóór de
ingebruikname.
46