Inhoudsopgave
Advertenties
de gewenste hoogte in. Er zijn 6 standen mogelijk. Er is ook mogelijk om aan
weerszijden verschillende hoogtes in te stellen (afb. 10).
WAARSCHUWING: De maximaal toelaatbare helling van de bodem is 2 standen.
Het hoofdje van het kindje moet altijd aan de kant liggen die hoger ligt.
LET OP : Neem het kind uit het aanschuifwiegje voordat u de hoogte verandert.
WIELVERGRENDELING
Om de wielen te vergrendelen op de sloten op elk wiel drukken (afb. 14a). Om
de wielen te ontgrendelen de wielsloten omhoog brengen (afb. 14b).
WIEGFUNCTIE
Let op! De wielen moeten eerst worden vergrendeld (zie Wielvergrendeling).
Om de wiegfunctie te ontgrendelen, de knoppen aan beide zijden van de wieg
naar buiten verschuiven (A, afb. 11). Schuif terug naar binnen (B, afb. 11) om
te vergrendelen. Het correct ontgrendelen en vergrendelen wordt door een klik
aangegeven. De wiegfunctie wordt manueel bediend.
ALS AANSCHUIFBEDJE GEBRUIKEN
Om het product als een aanschuifbedje te gebruiken, moet het correct worden
voorbereid. Daarvoor:
1.
Maak de ritsen aan beide zijden van de openingswand los (afb. 8a).
2.
Verschuif de vergrendelingen (A, afb. 12). Maak de buis die de leuning
verbindt los.
3.
Laat de zijwand van het aanschuifbed omlaag. Bevestig de verbindingsbuis
van de leuning met de elastieken aan beide zijden van de openingswand.
4.
Zet het aanschuifbedje op dezelfde hoogte als het ouderlijke bed en stel
de hoogte van het aanschuifbedje zo in dat de ouderlijke matras even hoog
is of maximaal 2 cm hoger dan de bovenrand van de dalende zijwand van
het aanschuifbedje.
Let op! De bodem van het aanschuifbedje gebruikt in de bedfunctie moet
evenwijdig aan de grond zijn. Een hoogteverschil tussen de zijwanden van het
bed is niet toegestaan.
5.
Verbind de montagebanden met het aanschuifbed door de gespen vast te
‑ 55 ‑
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
