2. Lijnkleuren (semitransparant)
Selecteert de kleur van de tekenlijnen vanuit de semitransparante kleuren.
3. Dikte van de lijn
Selecteert de dikte van de tekenlijnen.
4. Rasterlijn
Schakelt tussen het weergeven en verbergen van de rasterlijn op het scherm.
5. Invoermodus
Selecteert het type onderdeel dat u wilt tekenen.
•
Schrijven in handschriftmodus (Pag. 31 "Schrijven in de handschriftmodus")
•
Schrijven in netschriftmodus (Pag. 32 "Schrijven in de netschriftmodus")
•
Schrijven in lijnmodus (Pag. 33 "Schrijven in lijnmodus")
•
Schrijven in stempelmodus (Pag. 34 "Schrijven in stempelmodus")
6. Uitleg over de verschillende schrijfbewerkingen
Geeft het uitlegscherm voor verschillende bewerkingen weer.
7. Pictogram Gedetailleerde Whiteboardinstellingen
Geeft de gedetailleerde whiteboardinstellingen weer. (Pag. 135 "De gedetailleerde instellingen
wijzigen")
• De selectieknopppen die overeenkomen met elke invoermodus worden weergegeven voor de
volgende invoermodi: netschrift, lijn en stempel.
• Om de kleur van de rasterlijn donkerder te maken, kiest u het vakje [Maak kleur van raster-/
richtlijn donkerder] in systeeminstellingen. Voor meer informatie, zie Pag. 175 "De
Systeeminstellingen wijzigen".
• Op een enkele pagina kunnen in totaal 3000 strepen, netschrift, afbeeldingen en stempels worden
getekend. Het maximum aantal van elk onderdeel dat kan worden ingevoerd op een enkele
pagina, is als volgt:
• 3000 strepen
• 1000 tekens (Japans, Chinees) of 1000 woorden (alfanumerieke tekens)
• 1000 afbeeldingen
• 500 stempels
• 90.000 strepen, netschrifttekst, afbeeldingen en stempels kunnen op alle pagina's worden
getekend.
Schrijven in de handschriftmodus
Schrijf tekst of teken afbeeldingen uit de vrije hand.
1.
Raak
, het pictogram Handschriftmodus, aan.
Basisbewerkingen
31