15-11 Instelling > Kalibratie
Druk tweemaal op
Kalibratie:
Snelheid
Dit kalibreert de snelheid van een logwielsensor
die op het instrument is aangesloten. Kalibratie
kan nodig zijn omdat verschillende rompvormen
verschillende stromingskarakteristieken hebben.
Zorg voor een precieze meting van de Scheeps
snelheid d.m.v. een GPS-ontvanger, of door
een andere boot te volgen die op een bekende
snelheid vaart, of door de vaartijd over een
bekende afstand te registreren.
Opmerking: voor precieze kalibratie:
•
Dient de snelheid van een GPS-ontvanger
groter dan 5 knopen te zijn.
•
Dient de snelheid van een andere
logwieltransducer tussen de 5 en 20 knopen
te zijn.
•
Worden de beste resultaten bereikt onder
kalme condities wanneer er minimale
stroming is (tijdens hoog of laag water).
Kalibratie van snelheid:
1
Vaar op een constante, bekende snelheid.
2
Selecteer Snelheid in het Kalibratiemenu.
3
Druk op
of
snelheid naar de ware waarde te veranderen.
4
Druk op
.
en selecteer
om de weergegeven
Northstar Explorer 557/567 Installatie- en bedieningshandleiding
Snelheidsfilter
Golven en wind zorgen ervoor dat de
bootsnelheid van de logwieltransducer enigszins
fluctueert. Voor stabiele aflezingen zal het
instrument deze waarden berekenen door
verschillende metingen te doen en hiervan het
gemiddelde te nemen. Stel het snelheidsfilter in
op de laagste waarde die nog stabiele aflezingen
geeft. Het bereik is 1 tot 30 seconden en Uit (0).
Temperatuur
De fabrieksinstelling zou precies genoeg
moeten zijn voor normaal gebruik. Om de
temperatuuraflezing te kalibreren, dient eerst de
watertemperatuur te worden gemeten met een
goed functionerende thermometer.
Gebruik de cursortoetsen om het temperatuur
aflezingsvenster weer te geven en verhoog of
verlaag de waarde dan in overeenstemming met
de gemeten temperatuur. De temperatuur kan
worden ingesteld van 0° tot 37,7°C (32° tot 99,9°F)
met een dichtheid van 0,1° eenheid.
Om de eenheden te veranderen in °F (Fahrenheit)
of °C (Celsius), zie paragraaf 15-9.
Temperatuurfilter
Waterturbulentie en -stroming zorgen ervoor
dat de watertemperatuur enigszins fluctueert.
Voor stabiele aflezingen zal het instrument deze
waarden berekenen door verschillende metingen
te doen en hiervan het gemiddelde te nemen. Stel
het temperatuurfilter in op de laagste waarde die
nog stabiele aflezingen geeft. Het bereik is 1 tot 30
seconden en Uit (0).
59