15-8 Instelling > Alarmen
Druk tweemaal op
vervolgens Alarmen:
Alle alarmen, behalve Verlies van GPS-
positie kunnen in- of uitgeschakeld worden.
Symbool
Alarm
Aankomstradius
Ankeralarm
XTE
Gevaar
Verlies van DGPS-fix
Verlies van GPS-fix
Verlies van AIS-ontvanger
communicatie
Gevaarlijk vaartuig
Lege accu
Weinig brandstof
en selecteer
Alarm gaat af als het is ingeschakeld en de:
boot is dichter bij de bestemming of een waypoint dan de
alarmreactiewaarde
boot beweegt meer dan de alarmreactiewaarde
boot beweegt verder dan de CDI-schaal van koers.
(zie paragraaf 15-2)
boot komt dichter bij een gevaar- waypoint dan de alarm-
reactiewaarde
557/567 ontvangt geen DGPS-signaal
(baken, WAAS of EGNOS)
557/567 kan geen GPS-signaal ontvangen (dit alarm staat
altijd aan)
557/567 ontvangt niet langer communicatie van de AIS-
ontvanger (Alarm staat aan als AIS is ingeschakeld)
De TCPA/CPA van een ander vaartuig is minder dan de
alarmreactiewaarde
(zie paragraaf 13).
Accuvoltage is lager dan de alarmreactiewaarde
Weinig resterende brandstof is gelijk aan de alarmreac-
tiewaarde; op een boot met meerdere tanks kunnen de
alarmen voor elke tank afzonderlijk worden ingesteld.
(zie paragraaf 10-4)
Northstar Explorer 557/567 Installatie- en bedieningshandleiding
Druk voor alle alarmen op
schakelen of op
om het alarm uit te schakelen.
Voor de meeste alarmen is er sprake van een
alarmreactiewaarde. Het alarm zal klinken
telkens als de alarmwaarde wordt bereikt. Bijv.:
Het Gevaar alarm zal afgaan indien de boot
dichter bij een gevaar-waypoint komt dan de
alarmreactiewaarde en het Anker alarm zal
afgaan wanneer de boot met meer dan de
alarmreactiewaarde beweegt.
Iconen voor alarmen die aan staan kunnen in de
datatitel worden weergegeven (zie paragraaf
2-8-2). Een alarmicoon is normaal gesproken
zwart en wordt rood wanneer een alarm afgaat.
om het alarm in te
57