8.4.2
Dagtemperatuur instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Dagtemperatuur
–
Met deze functie kunt u de gewenste dagtemperatuur van
het CV-circuit instellen.
8.4.3
Nachttemperatuur instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Nacht temperatuur
–
Met deze functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
van het CV-circuit instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de verwar-
ming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's nachts)
verlaagd moet worden.
8.4.4
Gewenste aanvoertemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Aanvoertemp. Gew.
–
Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertemperatuur
van het CV-circuit aflezen.
8.4.5
Aanvoertemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Aanvoertemperatuur
–
Met deze functie kunt u de actuele aanvoertemperatuur
van het CV-circuit aflezen.
14
8.4.6
Status van speciale modi aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [CV 1
----] → Bijzondere functie
–
Met deze functie kunt u vaststellen of voor een CV-circuit
actueel een speciale modus (bijzondere functie), zoals
bijv. Party enz. actief is.
8.5
Systeemconfiguratie warmwatercircuit
8.5.1
Boiler activeren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [
Warm Water ----] → Boiler
–
Met deze functie stelt u in of een boiler aangesloten is:
Actief: boiler aangesloten
Inactief: geen boiler aangesloten
8.5.2
Gewenste temperatuur voor boiler instellen
(gewenste temperatuur warm water)
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [
Warm Water ----] → Boiler temp. Instel.
–
Met deze functie kunt u de gewenste temperatuur voor
een aangesloten boiler Gewenste temperatuur warm
water) vastleggen. Stel aan de thermostaat de gewenste
temperatuur zo in dat de warmtebehoefte van de exploi-
tant net gedekt wordt.
Aan de CV-ketel moet de temperatuur voor de boiler op de
hoogste waarde ingesteld zijn.
Installatiehandleiding 0020135477_02