Breng de manchet zo aan dat de onderrand van de manchet ca. 2–3 cm boven
de elleboog wordt gesloten en het midden van de rubberen zak (markering op
de manchet) boven de arterie ligt. De manchet mag niet te strak aansluiten;
er moeten nog ongeveer twee vingers tussen de arm en de manchet passen.
Zorg dat opgestroopte kledingstukken geen druk op de arm uitoefenen waardoor
de bloedcirculatie wordt bemoeilijkt. Trek nauwsluitende kledingstukken bij
voorkeur uit vóór de meting.
Meting uitvoeren
De bloeddruk moet altijd worden gemeten aan de arm met de hogere
drukwaarden. Hiertoe meet u de bloeddruk eerst aan beide armen en daarna
altijd aan de arm waarbij de bloeddrukwaarde het hoogste is.
Sluit het ventiel volledig door de luchtuitlaatschroef naar rechts te draaien
(met de klok mee) of door een krachtige pompbeweging bij apparaten met
een drukknopventiel. Pomp de manchet op tot boven de systolische druk.
Door draaiing (tegen de klok in) van de luchtuitlaatschroef of bediening van de
drukknop kan de snelheid worden ingesteld waarmee de lucht uitstroomt. De
WHO (wereldgezondheidsorganisatie) raadt een uitstroomsnelheid van 2 tot
3 mmHg/sec aan.
NL
Om een uitleesfout te vermijden, leest u de drukwaarden verticaal ten
opzichte van de schaalverdeling af.
Bij de auscultatoire meting wordt het volgende aanbevolen:
• bij volwassenen fase V (K5)
• bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar fase IV (K4)
• bij zwangere vrouwen fase V (K5), met uitzondering van degenen bij wie
bij een ontluchte manchet tonen hoorbaar zijn; in dat geval moet fase IV
(K4) van de korotkovtonen worden gebruikt.
K5 is het punt waarbij met de stethoscoop gehoorde tonen niet meer
waarneembaar zijn. K4 is het punt waarbij met de stethoscoop gehoorde
tonen veranderen van helder kloppende in gedempt kloppende geluiden.
Nadat de meting is voltooid, opent u het uitlaatventiel om de manchet snel
helemaal te ontluchten.
Manchetten
Gebruik uitsluitend boso-manchetten die geschikt zijn voor uw apparaat
(manchetten met 1 slang, met 2 slangen of met een 2-in-1-slang). Er moet een
manchet worden gekozen die past bij de omtrek van de arm. Voor betrouwbare
meetresultaten meet u de omtrek van de arm met een meetlint en vergelijkt
u deze met de aanduiding op de manchet. Als u een andere of verschillende
manchetgrootte(n) nodig hebt, neemt u contact op met uw leverancier.
54