BIJLAGE B – DYNAJET-TOEPASSINGSTABELLEN
DYNAJET FLEX-MONDSTUKSELECTIE
Selectie van het juiste sproeimondstuk om te gebruiken in combinatie met het DynaJet Flex-systeem is goed te vergelijken met het
kiezen van een geschikt sproeimondstuk bij traditioneel sproeien. Behalve de extra flexibiliteit op het gebied van toepassingen brengt
DynaJet Flex ook enkele andere mondstuk-gerelateerde voordelen met zich mee, die hieronder zijn samengevat.
1. Belastingscyclus
a.
DynaJet Flex regelt de stroomsnelheid van het mondstuk door de hoeveelheid tijd te variëren die elk mondstuk 'aan' dan
wel 'uit' staat. De tijd dat deze 'aan' staat, wordt aangeduid als de belastingscyclus. Het beschikbare belastingscyclusbereik
is meestal 30% tot 100%, wat betekent dat de mondstukken op de machine ongeveer 30% tot 100% van hun nominale
stroomcapaciteit hebben.
b.
Met het DynaJet Flex-systeem:
• Standaardmodus
• Twee mondstukken-modus
c.
Door de belastingscyclus te variëren, wisselt de DynaJet Flex in wezen tijdens de bediening verschillende
sproeimondstukcapaciteiten af. Wanneer er meer druk nodig is, wordt de mondstukcapaciteit (belastingscyclus) verlaagd.
Wanneer er een hogere mondstukcapaciteit nodig is, wordt de belastingscyclus verhoogd.
Hoewel de gebruiker met DynaJet Flex over een veel flexibeler en milder doseringssysteem beschikt, moet ervoor worden
d.
gezorgd dat er sproeiers worden gekozen die de best mogelijke resultaten opleveren.
e.
Wanneer u een sproeimondstuk selecteert, bekijk dan de DynaJet Flex-mondstukselectietabellen en selecteer een
sproeimondstukcapaciteit die de beoogde doelspuitdosering geeft bij een belastingscyclus van ongeveer 70% bij het uitvoeren
van de verwachte snelheden. Met andere woorden, kies een mondstukcapaciteit en gewenste druk/druppelafmeting die
dichter in de buurt liggen van de bovengrens van het snelheidsbereik (of het doseringsbereik) dan bij de ondergrens daarvan.
Daarmee wordt er voldoende ruimte gelaten voor de aanpassing van de DynaJet Flex ter reductie van de belastingscyclus bij
afname van de snelheid en wordt er voor extra capaciteit gezorgd als de snelheid tot boven de geplande snelheid uitstijgt.
– De standaardinstelling voor de minimale belastingscyclus is 30%. Dat betekent dat het systeem de belastingscyclus niet
aanpast tot onder 30% "aan". Deze instelling kan door de gebruiker op slechts 20% worden ingesteld, maar de hogere
standaardwaarde zorgt voor een meer uniforme dosering bij lagere snelheden.
2. Sproeimondstuksel
a.
Het DynaJet Flex-systeem is niet met alle mondstukken compatibel. Voorbeelden van goedgekeurde mondstukseries zijn:
AI Turbo TwinJet, Turbo TeeJet Induction TwinJet, Turbo TeeJet, Turbo TeeJet Induction, Turbo TwinJet, TwinJet 110, TX
ConeJet, TXA ConeJet, TXR ConeJet, XR TeeJet 110 en XRC TeeJet 110.
OPMERKING: In deze lijst van compatibele series zijn mogelijk niet alle beschikbare capaciteiten inbegrepen. Bij software-
updates kan het zijn dat er veranderingen optreden wat betreft de series en/of capaciteiten die compatibel zijn.
b.
Verschillende soorten mondstukken hebben over hetzelfde spectrum van werkdrukken verschillende
druppelafmetingseigenschappen. De keuze van het juiste soort mondstuk is afhankelijk van de gewenste druppelafmeting bij
de drukken die voor uw dosering te verwachten zijn.
c.
Gebruik altijd sproeimondstukken met een sproeipatroon van 110° (of breder). De onderdeelnummers van deze
sproeimondstukken bevatten doorgaans de 110 in hun naam – bijvoorbeeld TT11006VP of XR11006-VS. Het gebruik van
mondstukken van 80° in combinatie met DynaJet Flex strekt niet tot aanbeveling.
3. Sproeihoogte
a.
Zorg er om de best mogelijke sproeidekking te bereiken voor dat de sproeihoogte niet onder de 50 centimeter/20 inches
afstand van het mondstuk tot het doelwit zakt.
stroomcapaciteit sproeimondstuk = sproeimondstukafmeting x belastingscyclus
stroomcapaciteit sproeimondstuk = sproeimondstukafmeting x belastingscyclus x 2
DynaJet
®
Flex 7140
98-05345-NL R2
25