Instellingen
Oproepsignaal (vervolg)
3.
De regeltoets naast oproepsignaal
indrukken.
4.
De regeltoets naast melodie indrukken
en een getal tussen 00 en 99 ingeven.
5.
De regeltoets naast het symbool "
indrukken.
Wanneer u gekozen heeft voor het externe oproepsignaal, zie u het volgende display:
1.
De regeltoets naast het symbool "
indrukken en vasthouden.
2.
De regeltoets loslaten.
3.
De regeltoets naast het symbool "
indrukken.
4.
De
-toets indrukken.
Opmerkingen:
Een eigen opgenomen oproepsignaal wordt bij een oproep altijd in z'n geheel weergegeven,
onafhankelijk van de lengte. Bij een foutcode of een gewiste opname schakelt het apparaat auto-
matisch terug op een intern oproepsignaal. Bij stroomuitval wordt een vast geprogrammeerd
oproepsignaal weergegeven.
Het display wisselt tussen "Int" en "Ext".
Int = intern oproepsignaal (vast geprogram-
meerde melodie)
Ext = extern oproepsignaal (eigen opname)
Eerste cijfer = melodie.
Tweede cijfer = snelheid.
"
De ingestelde melodie wordt 1 seconde voor-
gespeeld.
"
Neem nu uw eigen oproepsignaal op, door
het afspelen van een willekeurige melodie
voor de microfoon. De opname moet min-
stens 1 seconde zijn.
De opname wordt ter controle voorgespeeld.
Wanneer u niet tevreden bent met de opna-
me, kunt u de opname door het indrukken van
de regeltoets naast "
"
Het opgenomen oproepsignaal wordt voorge-
speeld. Tijdens deze weergave verschijnt het
symbool "X" in het display. Wanneer u tijdens
het weergeven van het oproepsignaal de "x"
toets indrukt wordt deze gewist.
De instelling wordt opgeslagen. Het display
gaat weer terug naar het vorige menu.
71
" herhalen.