4
Inbedrijfstelling
▶ Sluit alle elektrische aansluitingen correct aan en voer pas
daarna de inbedrijfstelling uit.
▶ Neem de installatiehandleidingen van alle componenten en
modules van de installatie in acht.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle modu-
les zijn gecodeerd.
▶ Stel de warmteproducent in op de maximaal benodigde
aanvoertemperatuur en activeer het automatisch bedrijf
voor de warmwatervoorziening.
▶ Installatie inschakelen.
4.1
Basisinstellingen
Na het herstellen van de voedingsspanning toont het display de
taalkeuze.
▶ Instellingen door draaien en indrukken van de keuzeknop
uitvoeren.
▶ De taal instellen.
nederlands
nederlands
Het display schakelt naar de instelling van de datum.
▶ De datum instellen.
22.07.2015
22.07.2015
Het display schakelt naar de instelling van de tijd.
▶ De tijd instellen.
Tijd
Tijd
1) Eventueel betrekt de bedieningseenheid de actuele datum
en de tijd via het BUS-systeem.
2) In de leveringstoestand is de automatische omschakeling
tussen zomer- en wintertijd met 1 uur tijdverschuiving
volgens de Midden-Europese tijd actief
( bedieningshandleiding, Zomertijd)
RC200 – 6720862627 (2016/09)
0010005965-001
1)
0010004350-001
1)2)
0010005967-001
Het display schakelt naar de instelling van het gebruik.
▶ Het gebruik als regelaar of als afstandsbediening instellen.
Regelaar
Regelaar
4.2
Instellingen voor het gebruik als regelaar
Het display schakelt naar de toekenning van het cv-circuit.
▶ De instelling bevestigen.
-of-
▶ Wanneer meerdere RC200 in de installatie geïnstalleerd
zijn: één van de cv-circuits 2 tot 4 toekennen.
CV-toekenning
CV-toekenning
Het display schakelt over naar automatische configuratie.
▶ JA selecteren, om de automatische configuratie voor het
herkennen van de aangesloten modules en temperatuur-
sensor te starten. Tijdens de automatische configuratie
knippert het display Auto config.
Auto config.
Auto config.
Om de automatische configuratie af te breken:
▶ Terug-toets indrukken.
▶ NEE selecteren, om de automatische configuratie af te bre-
ken.
Auto config.
Auto config.
Na de automatische configuratie schakelt het display over naar
de geregelde systeemconfiguratie. In de geregelde systeem-
configuratie zijn meer instellingen mogelijk dan in de handlei-
ding zijn opgenomen. Welke instellingen beschikbaar zijn hangt
af van de geïnstalleerde installatie.
Inbedrijfstelling
4
0 010 005 968-001
0 010 005 973-001
0 010 005 969-001
0 010 005 970-001
7