Voor het spoelen van de installatie mogen alleen officieel goedgekeurde desinfectie-
middelen worden gebruikt. Ter bescherming van het drinkwater moet er conform DIN
EN 1717 voor de spoelcompressor een adequate leiding- of systeemscheider geïnstal-
leerd worden.
1. Op de uiteinden van de afvoerslangen moeten actieve koolfilters worden aangesloten.
2. Sluit de slang van de doseerpomp aan op de aansluiting 'desinfectie'.
3. Sluit de impuls-uitgang-stekker van de ROPULS-elektronica aan op de elektronica van de
doseerpomp. Daardoor wordt de dosering aangepast aan de impulsen van de spoelcom-
pressor.
4. Druk op de 'aan / uit' programma-knop. De druktank wordt automatisch door de compressor
gevuld.
5. Druk op programma-knop 'water met desinfectiemiddel'
De doorstroomhoeveelheid wordt bij het openen van de afsluiters aangegeven.
6. Open alle aftappunten van de te reinigen installatie en controleer de concentratie van het
desinfectiemiddel. Neem hiertoe ook de informatie van DVGW-document W 291 in acht.
7. Sluit na het controleren van de concentratie de af-tappunten weer en wacht conform docu-
ment W 291 zo lang, tot het systeem gedesinfecteerd is.
8. Spoelcompressor loskoppelen en aansluitingen weer monteren.
9. Na een bepaalde tijd opent u de aftappunten weer en laat u het spoelwater via een actief
koolfilter in het openbare riool lopen of vangt u het indien nodig op in een reservoir.
6.6
Spoelen van vloerverwarmingen
1. Scheid de watertoevoerleiding van de verwarmingsketel.
2. Ter bescherming van het drinkwater moet er conform DIN EN 1717 voor de spoelcompres-
sor een adequate leiding- of systeemscheider geïnstalleerd worden.
3. Scheid de retourleiding of sluit deze en breng een afvoerslang aan.
Bovendien moet de slang in een afvoer met voldoende grootte geleid en bevestigd worden.
4. Reinig in geval van een lage waterdruk het verwarmingssysteem in delen.
5. Schema van een verwarmingsinstallatie.
1. Fijnfilter
2. Drinkwaterverdeler
3. Leidingscheider
4. Spoelcompressor
5. Vloerverwarmingcircuit
6. Verbindingsslangen
7. Afvoerslang
8. Afsluitklep
9. Afvoer
Spoelproces:
1. Omschakelaar op spoelen zetten.
2. Druk op de 'aan / uit'
pressor gevuld.
Trek tijdens het vullen van de persluchttank, wanneer de compressor in werking is, niet de
stekker uit het stopcontact.
3. Open de watertoevoer.
4. Druk op de programma-knop 'water en lucht (impulsfunctie)'
5. Het spoelproces is voltooid, wanneer er geen residuen meer zichtbaar zijn. Hiertoe raden wij
u aan het water vanaf de aftappunten weg te laten stromen via een net met een maaswijdte
van ca. 100 μl.
6. Na het spoelen moet de spoelcompressor worden uitgeschakeld.
programma-knop. De druktank wordt automatisch door de com-
NEDERLANDS
.
en voer de spoeling uit.
(D)
65