6. SERVICE EN ONDERHOUD
Waarschuwing
Afstelling, inbedrijfstelling en onderhoud moet
door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd
volgens de van toepassing zijnde regelgeving.
Voor informatie en beantwoording van vragen, kunt
U contact opnemen met onze service afdeling.
FERROLI is niet aansprakelijk voor schade en/of
letsel, veroorzaakt door niet-gekwalificeerde en
onbevoegde personen die werkzaamheden
uitvoeren aan het apparaat.
6.1 Aansturingswijze van de brander
De brander kan op drie manieren worden aangestuurd:
A. Warmtevraag wordt gemaakt door het maken van
contact tussen aansluitingen 7 en 8 (zie figuur 8.3).
LET OP! Het weekprogramma wordt hierbij buiten-
werking gesteld en de tijd hoeft niet te worden ingesteld.
B. Warmtevraag wordt gemaakt door de klok of door het
maken van contact tussen aansluitingen 7 en 8.
Één van beide is voldoende.
LET OP! De klok moet in dit geval op de juiste tijd
worden ingesteld en het weekprogramma wellicht
worden aangepast.
C. Warmtevraag wordt gemaakt door zowel de klok als het
maken van contact tussen aansluitingen 7 en 8.
Beide moeten aanwezig zijn.
Instellen van de aansturingswijze A, B of C gaat als volgt via
het gebruikersmenu:
1. Druk 5 seconden op toets [M] (2, fig. 2.02)
2. Druk twee keer op toets [P] (5, fig. 2.02)
Parameter 3, aangeduid met SET 03, wordt op het
display weergegeven.
3. Stel met de + en – toetsen de wijze van aansturing in:
00 voor mode A, 01 voor mode B of 02 voor mode C.
4. Wacht na het selecteren van de gewenste instelling 3
seconden. Deze tijd is nodig om de gekozen waarde in
het geheugen op te slaan.
5. Druk daarna 5 seconden op toets [M] om het instel-
menu af te sluiten.
6.2 Controles na (eerste) inbedrijfstelling
Na de eerste inbedrijstelling of als de ketel voor onderhoud
van het systeem was losgekoppeld of nadat er handelingen
zijn verricht aan de veiligheidsapparatuur of aan de brander,
dienen de volgende controles te worden uitgevoerd vóórdat
de brander wordt ontstoken. Controleer:
•
of de brander op de juiste wijze op de ketel is gemonteerd
en dat hij is afgesteld zoals hierboven is aangegeven.
•
dat de ketel is gevuld met water of met thermische olie, dat
de kleppen openstaan en dat er voldoende doorstroming
is.
•
of de branderdeur goed sluit en er geen vlammen naar
buiten komen of langs de rand zichtbaar zijn.
•
dat het wormwiel goed is geplaatst en dat de flexibele
slang goed is gemonteerd (zo recht en verticaal mogelijk).
•
dat het pelletreservoir is gevuld.
•
dat de regeltemperatuursensor op de juiste plaats zit en op
de juiste wijze is gemonteerd.
•
LET OP! Het branderrooster moet schoon zijn (13, fig. 6.01).
.
24
BlueSolid
Houtkachels SFL 3 t/m SFL 7 / Pelletbranders SUN P7 en P12
Figuur 6.01 Branderrooster
Ontsteken van de brander
1. Schakel de netspanning in (steek de netstekker in het
stopcontact).
2. Zorg dat het wormwiel is gevuld. Voor het vullen van het
wormwiel met pellets zie paragraaf 5.6.
3. Maak warmtevraag via de thermostaat (verbinden van
aansluiting 7 met 8).
Afstellen van de brander
1. Sluit een rookgas-analyzer aan op de rookgasafvoer
schoorsteen en laat de brander 30 minuten lang op
maximum vermogen werken. Controleer ondertussen
het rookgaszijdige rendement.
2. De vuurhaard moet een onderdruk hebben, controleer
dit.
3. Controleer de verbranding op het maximum vermogen,
ingesteld zoals in de handleiding is aangegeven, zie
Deel B, paragraaf 4.1.
4. Rookgasmeetwaarden:
• Zuurstofgehalte (O
) tussen 5% en 9%, dit komt over-
2
een met een CO
gehalte tussen 15,4% en 11,6% bij
2
een maximale CO
percentage van 20,24%.
2
LET OP! De CO
% meetwaarde is een gemiddelde
2
waarde, bepaald over 30 minuten. Het kan in een aantal
minuten binnen een band van 5% variëren, dus 2,5%
meer of 2,5% minder.
• Koolmonoxide gehalte (CO) tussen 150 en 1000 ppm,
omgerekend naar 0% lucht overmaat.
• Pas voor het afstellen van de brander, het ventilator set-
point "tx" (x is 16, 14, 12, 10 of 8) aan door de parameter-
instellingen in het service-parametermenu te wijzigen,
zie paragraaf 4.2.
• De CO waarde is afhankelijk van de kwaliteit van de
pellets en de hoeveelheid vuil in de branderbuis en
de trek in de ketel.
• Om de brander te laten "moduleren", is het nodig
om parameter "t18" op 1 te zetten en dan de onder-
staande punten 5 en 6 uit te voeren.
5. Controleer de andere branderstappen, reduceer de
waarde van parameter u02 naar 1 (zie paragrafen 4.1
"Parametermenu" en 4.2 "Service-parametersmenu".
6. Zet de parameter u02 op de juiste waarde, zie 4.1.
maart 2017