Inhoudsopgave
Advertenties
5. INSTALLATIE
5.1 Algemene instructies
•
De brander mag alleen worden gebruikt voor het beoogde
doel.
•
De brander kan worden gebruikt in combinatie met
warmtegeneratoren voor vaste brandstoffen, die geschikt
zijn voor dit type brander en in staat zijn om de geprodu-
ceerde warmte en rookgassen veilig af te voeren.
•
Elk ander gebruik wordt oneigenlijk geacht en is daarom
gevaarlijk.
•
Het openen of knoeien met onderdelen van het toestel is
niet toegestaan (met uitzondering van de onderdelen die
onderhoud behoeven).
•
Maak geen aanpassingen aan de brander om de
prestaties of het beoogde gebruik te veranderen.
•
Gebruik alleen originele onderdelen, accessores en kits.
WAARSCHUWING
De installatie en afstelling van de brander mag
alleen worden gedaan:
• door gekwalificeerde en gespecialiseerde
personen;
• in overeenstemming met de instructies in
deze handleiding;
• volgens de wettelijke bepalingen, van
toepassing zijnde normen en de regels van
goed vakmanschap.
5.2 Leveringsomvang
Zie voor de leveringsomvang van de SUN-P7/P12 pellet-
brander: Deel A, paragraaf 6.3 van deze handleiding.
5.3 Brander en ketel samenbouwen
Zie voor het samenbouwen van de SUN-P7/P12 pellet-
brander en een SFL houtketel: Deel A, paragraaf 7.4 van
deze handleiding.
5.4 Elektrische aansluitingen
Op de brander zit een klemmenstrook voor de elektrische
aansluitingen, zie 8.3 "Elektrisch aansluitschema".
De installateur moet de volgende aansluitingen maken:
•
Net aansluiting, 230 V~
•
Warmtevraag aansluiting, 230 V~
•
Wormwiel voeding, 230 V~
•
Temperatuursensor aansluiting (sensor boven in het
ketelblok in de dompelbuis monteren).
•
Maximaal beveiligingsthermostaat aansluiting (de sensor
van de LS3-100°C boven in het ketelblok in de dompel-
buis monteren).
De kabels moeten voldoende lang zijn om de branderdeur en
de keteldeur te kunnen openen. Als de net-aansluitingskabel
beschadigd is, dan moet hij door een gekwalificeerd persoon
worden vervangen. De brander moet op een enkele fase 230
Volt / 50 Hz net stopcontact worden aangesloten.
WAARSCHUWING
Laat de aarding controleren door een gekwalifi-
ceerd persoon. Ferroli NL is niet aasprakelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve veiligheids-
aarde. Zorg er ook voor dat het vermogen, dat op
de typeplaat vermeld staat, aan het stopcontact
beschikbaar is. Houd rekening met de polariteit
van de draden. (230V~bruin, 0V~blauw, veiligheids-
aarde groen-geel).
maart 2017
Montagehandleiding
BlueSolid
Houtkachels SFL 3 t/m SFL 7 / Pelletbranders SUN P7 en P12
5.5 Brandstoftoevoer
Algemene instructies
De brander moet gevoed worden met de brandstof waarvoor
hij is ingericht, zoals gespecificeerd op de typeplaat en in de
tabel van: deel A, paragraaf 6.3. van deze handleiding.
De gebruiker wordt geadviseerd om goede kwaliteit pellets te
gebruiken, lage kwaliteit pellets veroorzaken een lage afgifte
van warmte, veel as, veel schoonmaakwerk, mogelijk snel-
lere slijtage van brander-onderdelen die aan vuur blootstaan,
blokkeren van het wormwiel door te veel stof en storingen
door het aankoeken van onverbrand materiaal in de brander.
Kwaliteitspellets kunnen op de volgende wijze worden
herkend:
•
De ronde staafjes zijn recht met een constante diame-
ter en hebben een glad en helder oppervlak.
•
De etiketten melden ook de details van de kwaliteits-
certificatie. Bij voorkeur EN + A1.
•
De zakken sluiten goed af zodat de pellets geen vocht
op kunnen nemen.
5.6 Handmatige toevoer van pellets
Situatie: Het wormwiel is leeg bij de eerste ingebruikname
of het pelletreservoir is leeg geraakt tijdens bedrijf.
De handmatige toevoer van Pellets moet worden gestart
binnen 40 minuten nadat de brander op de netspanning is
aangesloten (daarna niet meer). In de 40 min. periode kan de
toevoer 3 keer worden gestart. Het wormwiel draait dan 5 min.
lang. De brander kan dan niet ontstoken worden.
1. Sluit de brander aan op de netspanning.
2. Wacht tot de voor-ventilatietijd verstreken is.
3. Verbreek de warmtevraag, zie hoofdstuk 2 "Bediening"
(methode A, standaard instelling) of activeer de
handmatige OFF mode (Methodes B en C).
4. Druk toets [-x->] (13, fig. 2.02) in en houd deze 3 sec.
ingedrukt.
Op het display verschijnt "PELt" wat aangeeft dat het
wormwiel gestart wordt.
Na 2 seconden start het wormwiel en blijft deze 5
minuten draaien.
Opmerking: het draaien kan op elk moment worden
gestopt door toets [-x->] weer 3 sec. in te drukken.
5. Als de 5 minuten is verstreken, dan stopt het wormwiel
6. Druk voor de tweede maal op toets [-x->] en houd deze
nogmaals 3 seconden ingedrukt.
De tekst "PELt" verdwijnt van het display en de normale
tekst verschijnt weer.
7. Als de eerste toevoerpoging niet voldoende was,
herhaal dan de stappen 4 t/m 6.
8. Als ook de tweede poging niet voldoende was, herhaal
dan de stappen 4 t/m 6 om de derde en laatste poging
te starten.
9. Verbreek en maak de net-spanning om opnieuw 3
pogingen te doen.
10. Na het handmatig toevoeren van de pellets, maak dan
weer warmtevraag of activeer de Automatische mode
of de handmatige "ON" mode (Methode B en C).
Informatie: Om beter te kunnen zien of de pellettoevoer in
orde is, kunt u de pellettoevoerslang van de brander los-
nemen en in een emmer hangen. De pellets kunnen zo de
brander niet verstoppen. De opgevangen pellets kunnen
terug in het pelletreservoir gestort worden. De pellets
moeten in een continu stroom uit de slang komen.
23
Advertenties
Inhoudsopgave
