11-EERSTE INSCHAKELING
WAARSCHUWINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle elementen die vlam kunnen vatten uit de vuurpot en van het glas (handleiding, diverse stickers en eventueel piepschuim).
Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
De eerste ontsteking kan mislukken daar de transportschroef leeg is en ze er niet altijd in slaagt om de vuurpot tijdig
met de benodigde hoeveelheid pellets te vullen, nodig voor de normale ontsteking van de vlam.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE GEEN ONTSTEKING DOOR DE TOETS ON/OFF ENKELE OGENBLIKKEN INGEDRUKT TE
HOUDEN. VERWIJDER DE OVERGEBLEVEN PELLETS UIT DE VUURPOT EN HERHAAL DE INSCHAKELING.
UIT TE VOEREN INSTELLINGEN VOOR DE EERSTE INSCHAKELING
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de kachel aan en daarna op een stopcontact in de muur.
Om de kachel in en uit te schakelen op de toets 1 van het bedieningspaneel drukken of op de toets 3 van de afstandsbediening (optioneel
accessoire).
Op het schermpje verschijnt ON met een knipperende vlam. Wanneer de vlam ophoudt met knipperen, heeft de kachel de werkingsconditie
voor "afgifte van vermogen" bereikt.
In de fabriek wordt de omgevingstemperatuur op 20°C ingesteld. Als u ze wenst te wijzigen, gaat u te werk zoals beschreven in het menu
afstellingen. Ga analoog te werk om de temperatuur van het verwarmingswater en de snelheid van de omgevingsventilator (indien
voorzien) in te stellen. Zie de betreffende paragraaf om een eventuele externe thermostaat te activeren.
40
1
3