Procedure voor bijstellen luchtstroom
■ U kunt de richtin naar boven/naar benedenaanpassen met de knop AIR FLOW U/D (OMHOOG/OMLAAG) op de afstandsbedien-
in . Elke keer als u op deze knop drukt wijzi t de modus als vol t:
Bijstellen modus AIR FLOW (OMHOOG/OMLAAG).
■ U kunt de richtin naar links of naar rechts aanpassen met de knop AIR FLOW L/R (LEFT/RIGHT) op de afstandsbedienin . Elke
keer als u op deze knop drukt wijzi t de modus als vol t:
Bijstellen modus AIR FLOW (LEFT/RIGHT).
OPMERKING
De feitelijke positie van de klep en het rooster kunnen afwijken van de illustratie.
OPMERKING VOOR HET VERWARMEN
Wanneer het verwarmen wordt estart, staan de klep en louver vast in de horizontale / middelste positie om koude tocht te voorkomen. Ze worden
weer in de in estelde positie ezet wanneer de warme luchtstroom wordt estart.
De richtin van de flap en lamel worden in de horizontale positie in het midden ezet wanneer de kamer de ewenste temperatuur bereikt en de com-
pressor stopt of wanneer de ontdooifunctie actief is.
De richtin van de luchtstroom kan niet worden ewijzi d in de bovenvermelde situaties. Wijzi de richtin van de luchtstroom nadat de warme lucht
wordt uit eblazen en de flap/lamel naar de in estelde positie aat.
Geheugen van klep (klep of lamel gestopt)
Wanneer u éénmaal op de knop AIR FLOW (U/D of L/R) drukt terwijl de flap of lamel in bewe in is, zullen deze stoppen op hun positie. Omdat deze
hoek wordt op esla en in de microcomputer, zullen de flap en lamel automatisch naar deze positie teru keren als het apparaat een vol ende keer wordt
op estart. Aan ezien deze hoek wordt op esla en in de microcomputer, wordt de flap of lamel automatisch weer op deze hoek in esteld wanneer het
apparaat opnieuw wordt in eschakeld.
Stel objecten niet edurende lan e tijd bloot aan de luchtstroom van de airconditionin .
Wanneer in werkin smodus COOL of DRY, laat dan het apparaat niet e-
durende een lan e periode werken als de luchtuitvoer naar beneden ericht
is. Anders kan er vocht condenseren op de buitenste rooster en naar beneden
druppelen. Hierdoor kan er vocht condenseren op het buitenste rooster en er
kan water aan druppelen.
Probeer de flappen en lamellen niet met de hand te verstellen, omdat de con-
trolehoek kan veranderen en de flap of lamel dan niet meer volledi kan sluiten.
3D AUTO werkingsmodus
■ De ventilatorsnelheid en de luchtstroomrichtin worden automatisch ere eld, zodat het effect van de airconditionin doeltreffend en
elijkmati over de ehele kamer wordt espreid.
(Flap is estopt)
(Lamel estopt)
(Schommelen)
WAARSCHUWING
OPGELET
1
2
Uitschakelprocedure
Druk op de 3D AUTO-toets om de 3D AUTO-display uit te schakelen.
OPMERKING
• De 3D AUTO-modus wordt eannuleerd wanneer u de werkin smodus wijzi t.
• Wanneer de 3D AUTO werkin wordt uit eschakeld, verandert de luchtstroomricht-
in naar die eerder werd ebruikt, voordat de 3D AUTO functie werd in eschakeld.
• De 3D AUTO-modus kan alleen worden in esteld in de werkin smodi
AUTO, COOL of HEAT.
NL-17
Aanbevolen hoek voor de flap bij het stop-
pen
HEAT
COOL, DRY
Druk op de ON/OFF toets.
Druk op de 3D AUTO toets.
Telkens u op de 3D AUTO-toets drukt, wordt de display in de vol ende vol-
orde ewijzi d:
(3D AUTO)
(Schommelen)
(Luchtstroom
schuin naar voren)
(Horizontale
luchtstroom)
Geen weer ave
(Normale werkin )