Gebruik werkingsmodus COOL/HEAT/DRY/FAN
Procedure voor aanpassin
richtin
Pa ina 17
OPMERKING
In het eval dat er een lucht wordt eblazen wanneer het
apparaat be int te verwarmen.
De werkin smodus kan ook worden in esteld of ewijzi d
wanneer de airconditioner niet aan eschakeld is.
Temperatuurbereik werkingsmodus airconditioner
■ Gebruik het apparaat binnen het onderstaande werkin sbereik. Gebruik buiten dit bereik kan resulteren in inschakelin van bev-
eili in selementen waardoor het apparaat niet kan worden ebruikt.
Buitentemperatuur
Binnentemperatuur
Vochtigheid binnen
Kenmerken van werkingsmodus HEAT
Mechanisme en capaciteit van werkingsmodus HEAT
Het apparaat haalt warmte uit de koude buitenlucht, bren t die naar binnen en verwarmt de kamer. Een ei enschap van een warmte-
pompsysteem is dat de verwarmin scapaciteit afneemt wanneer de temperatuur van de buitenlucht kouder wordt.
Het kan een tijdje duren voordat de airconditioner warme lucht af eeft, wanneer u het apparaat inschakelt.
Indien de buitentemperatuur er laa wordt, is het verstandi een aanvullende warmtebron te ebruiken.
Ontdooien
Indien de buitentemperatuur laa wordt en de vochti heid hoo is, kan de warmtewisselaar in het buitenapparaat bevriezen, het een ef-
ficiënte verwarmin verhindert.
Als dat gebeurt, is de automatische ontdooifunctie geactiveerd en tijdens het ontdooien stopt de verwarming gedurende 5 tot 15 minuten.
De ventilator in zowel het binnen- als het buitenapparaat stopt en de indicator RUN knippert lan zaam (1,5 seconden ON, 0,5 sec-
onden OFF) tijdens het ontdooien.
Het buitenapparaat kan stoom af even tijdens het ontdooien. Dit is om het ontdooien te helpen en is een storin .
De werkin smodus HEAT wordt hervat, zodra het ontdooien is voltooid.
1
2
3
4
luchtstroom.
Pa ina 33
Werkingsmodus COOL
Ca. -15 tot 46 °C
Ca. 18 tot 32 °C
Minder dan ca. 80 %
Het lan duri
ebruik van het apparaat bij een
vochti heidsniveau van meer dan 80% kan resulteren in
condensvormin op het oppervlak van binnenapparaat,
wat waterdruppels tot evol heeft.
Druk op de knop MODE.
Stel in op de ewenste modus.
(COOL),
(HEAT),
(DRY),
Druk op de knop ON/OFF.
Druk op de knop TEMP.
Druk op de knop
of
voor de ewenste temperatuur.
Aanbevelin
COOL
HEAT
26 °C - 28 °C
22 °C - 24 °C
Druk op de knop FAN SPEED.
Stel de ewenste ventilatorsnelheid in.
De ventilatorsnelheid kan niet worden in esteld wanneer het apparaat zich
in de DRY-modus bevindt.
Om te stoppen: Druk op de knop ON/OFF.
Ca. -15 tot 24 °C
Ca. 10 tot 30 °C
NL-16
(FAN)
DRY
FAN
24 °C - 26 °C
—
Werkingsmodus HEAT
—