Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw Van De Warmtepomp; Regeling; Bijverwarming Voor Meer Vermogen; Tapwatervoorrang - Nefit EnviLine Bedieningshandleiding

Lucht/water split warmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

3

Opbouw van de warmtepomp

De warmtepomp bestaat uit een binnen- en een buitenunit. De buiten-
unit wordt buiten het huis geplaatst en de binnenunit in huis. De regeling
bevindt zich in de binnenunit.
Er zijn binnenunits beschikbaar met of zonder elektrische element voor
bijverwarming.
Binnenunits zonder elektrisch element kunnen gecombineerd worden
met een cv-ketel voor de bijverwarming.
T2
230/400 V.
Afb. 1 Buitenunit, binnenunit met boiler en vloerverwarming
[1]
Buitenunit
[2]
Binnenunit
[3]
Boiler
[4]
Buffervat
[T2] Buitentemperatuursensor
[T3] Boilertemperatuursensor
[T5] Kamertemperatuursensor
[G2] cv-pomp
[THC] Veiligheidsthermostaat
[HF] Systeem voor vloerverwarming
[DV] 3-wegklep
[SV] Inlaatcombinatie
4

Regeling

De regeling stuurt en bewaakt het koel- en cv-bedrijf en de tapwatervoor-
ziening met warmtepomp en bijverwarming. De bewakingsfunctie scha-
kelt bijvoorbeeld bij eventuele bedrijfsstoringen de warmtepomp uit, om
belangrijke onderdelen tegen beschadiging te beschermen.
4.1

Bijverwarming voor meer vermogen

Wanneer de warmtepomp onvoldoende energie levert voor het verwar-
men van het huis of vanwege lage buitentemperaturen moet worden ge-
stopt, moet worden bijverwarmd. De bijverwarming wordt door een
geïntegreerde 9 kW elektrische verwarmingselelement van de binnen-
unit of door een cv-ketel gerealiseerd. Wanneer de warmtepomp slechts
een deel van de energiebehoefte voor de verwarming afdekt, wordt het
ontbrekende cv-vermogen door het elektrisch element of een cv-ketel
aangevuld. Wanneer de warmtepomp de benodigde energiebehoefte af-
dekt, wordt de bijverwarming automatisch uitgeschakeld.
4
θ θ
T5
θ θ
G2
.
230/400 V.
DV
θ θ
M M M
THC
4
4.2

Tapwatervoorrang

Wanneer in de installatie tapwater is aangesloten, wordt onderscheid
gemaakt tussen cv-water en tapwater. Het cv-water wordt naar de radia-
toren en naar de vloerverwarming geleid. Het tapwater wordt naar de
douche en de waterkranen geleid.
Zodra tapwater wordt gevraagd, schakelt de regeling de verwarming uit
en schakelt over op tapwatervoorrang. De boiler heeft aan de drinkwa-
terzijde een boilertemperatuursensor, die de tapwatertemperatuur be-
waakt.
4.3

Automatisch ontdooien

Bij een buitentemperatuur onder 10 °C kan op de verdamper ijs worden
gevormd. Wanneer de ijsvorming zo groot wordt, dat het luchtdebiet
door de verdamper wordt gehinderd, dan wordt het ontdooien automa-
tisch gestart.
Het ontdooien wordt aangestuurd via een 4-wegklep. De klep draait de
doorstroomrichting in het koudemiddelcircuit om. Door de warmte van
het gasvormige koudemiddel smelt het ijs op de lamellen van de verdam-
per.
4.4

CV- en koelingsregeling door de regelaar

De regeling stuurt de warmteproductie aan de hand van de waarde van
de buitentemperatuur in combinatie met de kamertemperatuursensor.
Dat betekent, dat een buitentemperatuursensor op de koudste en minst
aan de zon blootgestelde buitenmuur van het huis wordt gemonteerd.
Een andere temperatuursensor wordt in de woonkamer geënstalleerd.
Deze beide temperatuursensoren geven aan de regeling de actuele bui-
ten- en kamertemperatuur door. Afhankelijk van deze temperaturen
past de warmtepomp automatisch de warmteproductie aan.
De gebruiker kan op de regeling de aanvoertemperatuur voor de verwar-
ming in verhouding tot de buitentemperatuur met behulp van de kamer-
T3
θ
HF
SV
6 720 648 126-02.2I
Nefit EnviLine • 6 720 807 651 (2013/03)
1
2
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave