ATTENTIE
Bij het gebruik van andere voor de haakse slijpma-
chine aanbevolen Hilti toebehoren in combinatie met
de bovengenoemde haakse slijpmachines moet voor
het gebruik de handleiding van het toebehoren wor-
den doorgelezen en moeten alle aanwijzingen in acht
worden genomen.
6.1 Zijhandgreep monteren
WAARSCHUWING
Bij alle werkzaamheden moet de zijhandgreep ge-
monteerd zijn.
De zijhandgreep vanaf de linker- of rechterkant van het
apparaat inschroeven.
6.2 Beschermkap
ATTENTIE
De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd
naar de bediener wijzen.
ATTENTIE
Pas de positie van de beschermkap aan de eisen van
de betreffende werkfase aan.
6.2.1 Montage en demontage beschermkap resp.
beschermkap met afdekplaat 4
AANWIJZING
De beschermkap is reeds met de stelschroef op de juiste
spandiameter ingesteld. Als de klemming bij gemon-
teerde beschermkap te gering is, kan de klemming door
licht aandraaien van de spanschroef worden verhoogd.
AANWIJZING
De veiligheidsnok op de beschermkap zorgt ervoor dat
alleen een op het apparaat passende beschermkap kan
worden gemonteerd. Bovendien voorkomt de veiligheids-
nok dat de beschermkap op het werkstuk valt.
1.
Open de spanhendel.
2.
Plaats de beschermkap met de veiligheidsnok in de
veiligheidsgroef op de hals van het apparaat
3.
Draai de beschermkap in de gewenste stand.
4.
ATTENTIE De gesloten zijde van de beschermkap
moet altijd naar de bediener wijzen.
Om de beschermkap vast te zetten, de spanhendel
sluiten.
5.
Voor de demontage van de beschermkap voert u de
stappen in omgekeerde volgorde uit.
6.2.2 Beschermkap resp. beschermkap met
afdekplaat verstellen 5
1.
Open de spanhendel.
2.
Draai de beschermkap in de gewenste stand.
3.
Sluit de spanhendel.
6.3 Inzetgereedschap monteren
GEVAAR
Zorg ervoor dat het op het schuurgereedschap aan-
gegeven toerental gelijk is aan of groter dan het no-
minale toerental van de schuurmachine.
GEVAAR
Controleer het inzetgereedschap alvorens het te ge-
bruiken. Gebruik geen afgebroken, gesprongen of
anderszins beschadigde producten.
AANWIJZING
Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de
snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het alge-
meen is dit het geval als de hoogte van de diamantseg-
menten minder dan 2 mm is. Andere schijftypen moeten
worden vervangen zodra de snijprestatie duidelijk af-
neemt of delen van de haakse slijpmachine (uitgezonderd
de schijf) tijdens de werkzaamheden met het werkmateri-
aal in contact komen. Abrasieve doorslijpschijven moeten
bij afloop van de vervaldatum worden vervangen.
6.4 Inzetgereedschap met snelspanmoer Kwick-
Lock
ATTENTIE
Erop letten dat de Kwick-Lock snelspanmoer tijdens
de werkzaamheden geen contact met de ondergrond
maakt. Gebruik geen beschadigde Kwick-Lock snel-
spanmoeren.
6.4.1 Montage en demontage inzetgereedschap
met snelspanmoer Kwick-Lock 6
AANWIJZING
De pijl aan de bovenkant moet zich binnen de indexmar-
kering bevinden. Wordt de snelspanmoer Kwick-Lock
vastgezet zonder dat de pijl zich binnen de indexmarke-
ring bevindt, dan kan deze niet meer met de hand worden
losgedraaid. In dit geval de snelspanmoer Kwick-Lock
met de spansleutel loszetten (niet met een buistang).
1.
Reinig de spanflens en de snelspanmoer Kwick-
Lock.
2.
Plaats het inzetgereedschap.
3.
Schroef de snelspanmoer Kwick-Lock (opschrift in
vastgeschroefde toestand zichtbaar) vast tot hij op
het inzetgereedschap bevestigd is.
4.
ATTENTIE De spindelblokkeerknop mag alleen
bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze inge-
drukt.
5.
Draai het inzetgereedschap met de hand rechtsom
krachtig door tot de snelspanmoer Kwick-Lock vast
aangedraaid is en laat vervolgens de spindelblok-
keerknop los.
6.
Voor de demontage voert u de stappen in omge-
keerde volgorde uit.
nl
85