5—Kopiëren
Kopieën maken
Een snelkopie maken
1. Laad een origineel document met de voorzijde omhoog, met de korte rand eerst in de ADF-lade of
met de voorzijde omlaag op de glasplaat.
Opmerkingen:
-
Laad geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne media (zoals
magazinesluitingen) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat.
-
Het ADF-indicatorlampje licht op wanneer het papier goed is geladen.
2. Als u een document wilt laden in de ADF-lade, past u vervolgens de papiergeleiders aan.
Opmerking: Om te vermijden dat een afbeelding wordt bijgesneden, moet u controleren of het
originele document en het formaat van het kopieerpapier hetzelfde is.
3. Druk vanaf het bedieningspaneel van de printer op
Kopiëren met de ADF
1. Laad een origineel document met de voorzijde omhoog, met de korte rand eerst in de ADF-lade.
Opmerkingen:
-
Laad geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne media (zoals
magazinesluitingen) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat.
-
Het ADF-indicatorlampje licht op wanneer het papier goed is geladen.
2. Stel de papiergeleiders in.
3. Navigeer vanaf het startscherm naar:
Copy > geef de kopieerinstellingen op >Copy It
Kopiëren met de glasplaat
1. Laad een origineel document met de voorzijde omlaag op de glasplaat in de linkerbovenhoek.
2. Navigeer vanaf het startscherm naar:
Copy > geef de kopieerinstellingen op >Copy It
Als u meer pagina's moet scannen, plaatst u het volgende document op de glasplaat en drukt u
vervolgens op Scan the next page.
3. Druk op Finish the Job.
Snelle referentie
.
- 35 -