Naslagkaart Inhoudsopgave 1— Omgaan met de printer ........................... 3 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken ..................3 Uitleg over de kleuren van het indicatielampje en het lampje van de slaapknop ........ 4 Papierformaat en papiersoort instellen....................5 Instellingen voor Universal papier configureren ................... 5 Tonerintensiteit aanpassen ........................
Naslagkaart 1— Omgaan met de printer Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Onderdeel Display Printerstatus en -berichten weergeven. De printer configureren en bedienen. Knop Pijl naar links Naar links bladeren. Knop Selecteren (Select) Menuopties selecteren. Instellingen opslaan. Pijl omhoog Omhoog bladeren. Knop Pijl naar rechts Naar rechts bladeren.
Naslagkaart Onderdeel USB-poort Flashstation aansluiten op de printer. Opmerkingen: • alleen de USB-poort aan de voorzijde ondersteunt flashstations. • Deze functie is alleen beschikbaar op de bizhub 4700P. Stoppen of Annuleren (knop) Alle printeractiviteiten stoppen. Knop Terug (Back) Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm. Pijl omlaag Omlaag bladeren.
Naslagkaart Lampje van de slaapknop Printerstatus Brandt oranje De printer bevindt zich in de slaapstand. Knippert oranje De sluimerstand van de printer wordt uit- of ingeschakeld. Knippert oranje volgens een patroon De sluimerstand van de printer is actief. waarbij de knop 0,1 seconde brandt en 1,9 seconde uit gaat.
Naslagkaart Tonerintensiteit aanpassen Embedded Web Server gebruiken 1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Pagina 7
Naslagkaart 1. Plaats een flash-station in de USB-poort. Opmerkingen: Als er een flashstation wordt geplaatst, verschijnt er in het bedieningspaneel van de printer in het pictogram van Taken in de wacht een flashstation-pictogram. De printer negeert het flashstation als u het aansluit terwijl de printer een probleem heeft, zoals een storing.
Naslagkaart 2. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer het document dat u wilt afdrukken. 3. Druk op de pijl naar links of rechts om het aantal af te drukken exemplaren op te geven druk op Opmerkingen: Verwijder het flashstation pas uit de USB-poort wanneer het document is afgedrukt. Als u het flash-station in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, gaat u naar Taken in wacht op het beginscherm om bestanden op het flashstation af te drukken.
Naslagkaart Laden koppelen en ontkoppelen 1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: Het IP-adres van de printer staat op het bedieningspaneel van de printer in het gedeelte TCP/IP in het menu Netwerken/Poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Naslagkaart 2—Bezig met afdrukken van Documenten afdrukken 1. Stel in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer de papiersoort en het papierformaat in op basis van het geplaatste papier. 2. Verzend de afdruktaak: Voor Windows-gebruikers a. Open een bestand en klik op Bestand >Afdrukken. b.
Naslagkaart Voor Macintosh-gebruikers a. Pas zo nodig de instellingen aan in het dialoogvenster Pagina-instelling: 1. Open een document en klik op Archief >Pagina-instelling. 2. Kies een papierformaat of maak een aangepast formaat dat overeenkomt met het geplaatste papier. 3. Klik op OK. b.
Naslagkaart 3—Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen Laden vullen LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt. 1. Trek de lade volledig naar buiten. Opmerking: Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht Bezig op het bedieningspaneel verschijnt.
Pagina 13
Naslagkaart 3. Ontgrendel de lengtegeleider. Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. Opmerkingen: Druk de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en schuif de geleider naar achteren voor papierformaten zoals A4, Letter of Legal, zodat u het papier gemakkelijk kunt plaatsen.
Pagina 14
Naslagkaart 4. Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5. Plaats de papierstapel in de printer. - 14 -...
Pagina 15
Naslagkaart Opmerkingen: Plaats voorbedrukt of kringlooppapier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. Plaats voorgeperforeerd papier met de gaatjes naar voren in de lade. Plaats briefhoofdpapier met de voorbedrukte zijde omlaag en de bovenrand van het papier naar voren in de lade. Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, voert u briefhoofdpapier met de onderrand van het papier richting de voorzijde van de lade in.
Naslagkaart 7. Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. De universeellader vullen Gebruik de universeellader wanneer u afdrukt op verschillende papierformaten en -soorten of op speciaal afdrukmateriaal, zoals karton, transparanten en enveloppen.
Pagina 17
Naslagkaart b. Trek voorzichtig aan het verlengstuk tot de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend. 2. Druk het lipje op de linkerbreedtegeleider in en schuif de geleiders naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst 3.
Pagina 18
Naslagkaart Houd transparanten bij de randen vast. Buig de stapel transparanten enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Opmerking: Raak de afdrukbare zijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen.
Pagina 19
Naslagkaart Plaats papier, transparanten en karton met de aanbevolen afdrukbare zijde naar boven en met de bovenrand naar voren in de printer. Raadpleeg de verpakking van de transparanten voor meer informatie over het plaatsen van transparanten. Voer briefhoofdpapier in met de voorbedrukte zijde naar boven gericht, zodat de bovenzijde het eerst wordt ingevoerd.
Naslagkaart 4—Papierstoringen verhelpen Papierstoringen voorkomen Papier correct plaatsen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. Papier is correct geplaatst Papier is niet correct geplaatst • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken. •...
Pagina 21
Naslagkaart • Schuif het papier niet in de lade. Plaats het papier zoals in de afbeelding is aangegeven. • Zorg ervoor dat de geleiders in de papierlade of de universeellader op de juiste wijze zijn ingesteld en niet strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst. •...
Naslagkaart Informatie over storingsberichten en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op de display van de printer een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing en informatie waarmee u de storing kunt verhelpen, worden vermeld. Open de panelen, kleppen en laden die op de display worden aangegeven om de storing te verhelpen.
Naslagkaart Gebied Bericht op bedieningspaneel van Oplossing de printer Univer&seellader [x] pagina's vastgelopen, maak Verwijder al het papier uit de handmatige invoer vrij. [250.xx] universeellader en verwijder het vastgelopen papier. Voorklep [x] pagina's vastgelopen, open Open de voorklep en verwijder de voorklep.
Pagina 24
Naslagkaart 3. Til de blauwe hendel omhoog en trek de beeldverwerkingseenheid uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de glimmende blauwe fotoconductortrommel onder de beeldverwerkingseenheid niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 4. Til de groene klep aan de voorkant van de printer op. 5.
Pagina 25
Naslagkaart 6. Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 7. Installeer de beeldverwerkingseenheid door de pijlen aan de zijkant van de eenheid uit te lijnen met de pijlen op de rails aan binnenkant van de printer en plaats de eenheid in de printer.
Naslagkaart 10. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK > [x] pagina's vastgelopen, open achterklep. [20y.xx] 1. Open de voorklep. 2. Trek de achterklep voorzichtig omlaag. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen.
Naslagkaart 3. Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4. Sluit de achterklep. 5. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK >...
Naslagkaart [x] pagina's vastgelopen, verwijder lade 1 om papierstoring in duplexeenheid te verhelpen. [23y.xx] LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1.
Naslagkaart 3. Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4. Plaats de lade terug. 5. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK >...
Naslagkaart 2. Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3. Plaats de lade terug. 4. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK >...
Pagina 31
Naslagkaart 3. Plaats opnieuw papier in de universeellader. Opmerking: Zorg dat de papiergeleider voorzichtig tegen de rand van het papier is geschoven. 4. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de opties Volgende > >Verhelp de storing, druk op OK > - 31 -...