Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie - EdilKamin FORMA Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 97
Tijdens de installatie en het gebruik van het apparaat
moeten de plaatselijke en nationale wetten en de Europese
normen in acht worden genomen. In Italië refereert men
aan de norm UNI 10683 alsmede aan de regionale indica-
ties of de indicaties van de plaatselijke ASL. Vraag de
beheerder om toestemming alvorens u het apparaat in een
meergezinshuis installeert.
CONTROLE COMPATIBILITEIT MET ANDERE
INSTALLATIES
De kachel mag NIET geïnstalleerd worden in dezelfde
ruimte waar zich ook verwarmingstoestellen met gas van
het type B bevinden (bv. gasgestookte verwarmingsketels,
kachels en toestellen met een afzuigkap), aangezien dit de
werking van deze toestellen kan hinderen of beïnvloeden.
CONTROLE ELEKTRISCHE AANSLUITING (breng
de stekkerdoos op een bereikbare plek aan)
De kachel is voorzien van een elektrische voedingskabel die
op een 230 V 50 Hz stopcontact, het liefst voorzien van een
magnetothermische schakelaar, moet worden aangesloten.
Spanningsvariaties van meer dan 10% kunnen de kachel nega-
tief beïnvloeden (we raden u aan om, als dit niet voorzien is,
een passende differentieelschakelaar te installeren). De elektri-
sche installatie moet aan de normen voldoen; controleer met
name de doeltreffendheid van de aarding. De voedingslijn
moet een doorsnede hebben die geschikt is voor het vermogen
van de apparatuur. Edilkamin acht zich niet verantwoordelijk
voor storingen in de functionering als gevolg van een slecht
functionerend aardecircuit.
PLAATSING
Voor een correcte functionering moet de kachel waterpas wor-
den geplaatst. Controleer het draagvermogen van de vloer.
VEILIGE AFSTANDEN VOOR BRANDWERING
De kachel moet in overeenstemming met de volgende vei-
ligheidsvoorwaarden worden geïnstalleerd:
- minimum afstand aan de achter
- en zijkanten van 20 cm tot ontvlambare materialen.
- aan de voorkant van de kachel moeten licht ontvlambare
materialen op een afstand van minstens 80 cm worden
geplaatst.
Als het niet mogelijk is de hierboven aangegeven afstan-
den toe te passen, is het noodzakelijk technische en bouw-
kundige voorzorgsmaatregelen te treffen om brandgevaar
te voorkomen. In het geval van de aansluiting op een houten
wand of een wand van andere ontvlambare materialen, is het
noodzakelijk de rookafvoerleiding te isoleren.
Afstand brandbaar materiaal
Vloerbescherming
LUCHTINLAAT
FORMA en TWIN zijn ook geschikt voor de installatie in
"passieve" woningen. In dit geval moet u voor de opname
van de lucht de opening aan de achterkant van de kachel
met een leiding ø 8 cm met de buitenlucht verbinden.
Controleer of de externe luchttoevoer zodanig geplaatst
wordt dat deze niet geblokkeerd kan worden.
In alle andere woningen kunnen FORMA en TWIN op de
traditionele wijze geïnstalleerd worden en kunnen dus de
lucht in de installatieruimte gebruiken (neem de desbetref-
fende technische normen in acht). We raden u aan om de
luchtinvoer met een vrije opening van minstens 50 cm² .

INSTALLATIE

met een rooster te beschermen. De buis moet korter zijn
dan 1 meter en mag geen bochten hebben. De buis moet
eindigen met een segment van 90° naar beneden gericht
met een windbescherming.
ROOKAFVOER Het afvoersysteem mag uitsluitend door
de kachel gebruikt worden (het is niet toegestaan dat de
schoorsteen tevens voor andere installaties gebruikt wordt).
Het afvoeren van de rook vindt plaats door een opening aan de
achterkant met een doorsnede van 8 cm. De rookafvoer moet
met behulp van geschikte stalen leidingen EN 1856 gecertifice-
erd. De leiding moet hermetisch afgesloten zijn. Voor de afdi-
chting van de leidingen en een eventuele isolatie hiervan is het
noodzakelijk materialen te gebruikt worden dat bestand is tegen
hoge temperaturen (siliconen of mastiek geschikt voor hoge
temperaturen). Het enige horizontale deel mag tot 2 m lang zijn.
Een totaal van twee bochten met een max. wijdte van 90° is toe-
gestaan. Het is noodzakelijk (als de afvoer niet in een schoor-
steen uitkomt) een verticaal deel en een windwerend eindstuk
te installeren (referentie UNI 10683). Het verticale kanaal kan
zowel intern als extern zijn. Als het rookkanaal zich in de bui-
tenlucht bevindt, moet hij op passende wijze geïsoleerd zijn. Als
het rookkanaal in een schoorsteen uitkomt, moet deze geschikt
zijn voor vaste brandstoffen. Als de doorsnede groter is dan 150
mm, is het noodzakelijk hem te verkleinen door hier leidingen
met een juiste doorsnede en gemaakt van passende materialen
in aan te brengen (bijv. stalen leidingen met een doorsnede van
80 mm). De verschillende delen van het rookkanaal moeten
geïnspecteerd kunnen worden. De schoorstenen en rookkanalen
waar apparaten voor de verbranding van vaste brandstoffen op
aangesloten zijn, moeten eenmaal per jaar geveegd worden
(controleer of in uw land dit per wet geregeld is). Een onregel-
matige controle en reiniging zorgen ervoor dat het gevaar voor
schoorsteenbrand toeneemt. Voer in dit geval de volgende han-
delingen uit: voorkom het blussen met water;
leeg de pelletstank; Neem na een brand contact op met gespe-
cialiseerd personeel voordat u het apparaat weer aansteekt.
De kachels kunnen niet functioneren met coaxiale buizen
voor het afvoeren van de rook en het aanzuigen van de
verbrandingslucht aangezien de verbrandingslucht met een
te hoge temperatuur de kachel ingevoerd zal worden. Het
gebruik van coaxiale buizen met een maximum lengte van
3 m is toegestaan. De kachel wordt geblokkeerd als te
warme lucht aanwezig is. De kachel is ontworpen om bij
alle klimaatomstandigheden te kunnen functioneren. In het
geval van bepaalde omstandigheden, zoals harde wind,
kan de kachel wegens het ingrijpen van beveiligingen wor-
den gedoofd. Laat in dergelijke gevallen het apparaat nooit
met gedeactiveerde beveiligingen functioneren. Neem con-
tact op met uw Dealer als het probleem aanhoudt.
TYPISCHE GEVALLEN
Afb. 1
SCHOORSTEENPOT
De fundamentele eigenschappen zijn:
- interne doorsnede aan de onderkant gelijk aan de doorsnede
van de schoorsteen
- doorsnede van de afvoer minstens tweemaal zo groot als de
doorsnede van de schoorsteen
- bovenop het dak in de wind geplaatst buiten het bereik van
refluxzones.
103
Afb. 2
A: geïsoleer-
de stalen
schoorsteen
B: minimum
hoogte 1,5 m
C-E:
luchttoevoer
naar omge-
ving (mini-
mum doorsne-
de 80 cm²)
D: D: stalen
rookkanaal in
een bestaande
gemetselde
schoorsteen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Twin

Inhoudsopgave