Inhoudsopgave
Advertenties
Het volume aanpassen
1 Selecteer Volume.
2 Selecteer een optie:
• Als uw toestel niet is verbonden met een smartphone, gebruikt u de Hoofdvolume schuifregelaar om het
volume van het toestel aan te passen.
• Als uw toestel is verbonden met een smartphone, gebruikt u de twee schuifregelaars om het volume voor
verschillende soorten audio aan te passen.
De titel boven elke schuifregelaar geeft het type audio aan dat door de schuifregelaar worden
geregeld. Deze titels veranderen op basis van uw audio-instellingen
pagina
7).
• Als u het geluid van het toestel wilt dempen, zet u de volumeschuifregelaars op 0.
• Als u het relatieve volume voor verschillende audiobronnen wilt aanpassen, selecteert u Audiomixer .
De audiomixer gebruiken
U kunt de audiomixer gebruiken om de relatieve volumeniveaus voor verschillende audiobronnen in te stellen,
zoals navigatieaanwijzingen, waarschuwingen of reacties op de spraakgestuurde functies. Het niveau voor elk
audiotype is een percentage van het hoofdvolume.
1 Selecteer Volume > Audiomixer.
2 Gebruik de schuifbalken om het relatieve volume voor elke audiobron aan te passen.
Als bijvoorbeeld een schuifbalk helemaal naar rechts wordt geschoven, wordt die audiobron afgespeeld op
het hoofdvolumeniveau. Wanneer een schuifbalk in het midden staat, wordt deze afgespeeld op de helft van
het hoofdvolumeniveau.
Geluiden en audiobronnen in- of uitschakelen
U kunt specifieke audiobronnen en systeemgeluiden in- of uitschakelen zonder dat dit invloed heeft op andere
audiobronnen.
1 Selecteer Volume.
2 Selecteer een optie in het gedeelte Geluiden:
• Als u wilt dat het toestel navigatieaanwijzingen en instructies uitspreekt, schakelt u het selectievakje
Gesproken navigatie in.
• Als u wilt dat het toestel verkeerswaarschuwingen en instructies uitspreekt, schakelt u het selectievakje
Gesproken verkeerswaarschuwingen in.
• Als u wilt dat het toestel een toon afspeelt wanneer een waarschuwing voor de bestuurder wordt
geactiveerd, schakelt u het selectievakje Waarschuwingen en geluid in.
• Als u wilt dat het apparaat een geluid afspeelt wanneer u de knoppen op het scherm aanraakt, schakelt u
het selectievakje Drukken op de knoppen in.
• Als u wilt dat het toestel een toon afspeelt wanneer het een spraakopdracht begint te beluisteren, schakelt
u het selectievakje Begin van Geluiden opvragen in.
Wanneer u op de spraakknop drukt of OK, Garmin of Alexa zegt, speelt het toestel een toon af om aan te
geven dat het toestel naar uw opdracht luistert.
• Als u wilt dat het toestel een toon afspeelt wanneer het niet meer naar een spraakopdracht luistert,
schakelt u het selectievakje Einde van Geluiden opvragen in.
Het toestel speelt een toon af wanneer het detecteert dat u niet meer spreekt en begint uw spraakverzoek
te verwerken.
De helderheid van het scherm aanpassen
1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Aan de slag
(Bluetooth audio-instellingen,
11
Advertenties
Inhoudsopgave
