^ Bevestig de luchtafvoerslang met de
slangklem aan de luchtafvoertuit van
de plafondplaat.
^ Monteer de plafondplaat vóór en wel
door de twee klemveren van onderen
in de daarvoor bestemde gleuven te
steken.
^ Steek de vier verzonken schroeven
M 6 x 20 mm van boven in de verzon-
ken schroefgaten.
Maak de schroeven van boven met
plakband vast, zodat ze wanneer de
moeren worden opgedraaid niet uit
de plafondplaat worden gedrukt.
^ Haal de elektriciteitskabel door de
plafondplaat.
Montage
23