10.3 Draaispit voor
haantjes of
braadstukken
Benodigde delen
Draaispit 10
2 Grilklemmen 8
Greep 11
Bakblik/opvangschotel voor het vet 17
De juiste grootte van het haantje/
braadstuk
Het draaispit 10 heeft aan beide uiteinden
een kleine markering 9 (zie pijl). Let op het
volgende: deze markeringen 9 bevinden
zich alleen aan één zijde van het vierkantje.
De markeringen 9 kenmerken de buitenste
posities, waar de knopschroeven 7 mogen
worden bevestigd. De maximale lengte van
het haantje of het braadstuk is iets kleiner.
Controleer of het braadstuk het verwar-
mingselement 3 tijdens het gaar laten wor-
den met de rotatiefunctie niet raakt:
-
Het vastgezette braadstuk dient gelijk-
matig te zijn verdeeld rondom het
draaispit 10 en mag niet te dik zijn.
-
Bind de losse of uitstekende delen van
het braadstuk met keukendraad vast
aan het braadstuk. Er mogen geen de-
len losraken gedurende het garen.
Werkwijze
1. Schuif de opvangschotel voor het
vet 17 onder op de bodem van de bin-
nenruimte.
2. Steek het haantje of braadstuk in het
midden op het draaispit 10.
3. Steek de beide grilklemmen 8 telkens
met de beide vierkante gaten op de uit-
einden van het draaispit 10.
4. Schuif de grilklemmen 8 zo ver samen
dat het stuk vlees wordt vastgehouden.
Schroef de knopschroeven 7 vast in
deze stand.
5. Plaats het draaispit 10 met behulp van
de greep 11 in het apparaat 1.
69
NL