40 | Nederlands
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen,
duwt u de aan/uit-schakelaar 7 in de stand „On".
Onmiddellijk na het inschakelen zendt het meet-
gereedschap de twee laserlijnen 1 uit.
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen,
duwt u de aan/uit-schakelaar 7 in de stand „Off".
Als u het meetgereedschap uitschakelt, wordt de
pendeleenheid vergrendeld.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meetge-
reedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Functies (zie afbeeldingen A–E)
Na het inschakelen bevindt het meetgereed-
schap zich in de snijlijnfunctie met automatisch
waterpassen.
Als de functie van het meetgereedschap wilt veran-
deren, drukt u zolang op de functietoets „Mode" 6
tot de gewenste functie door het branden van de
bijbehorende functie-indicatie 5 wordt weerge-
geven.
U kunt kiezen uit de volgende functies:
Indicatie Functie
Snijlijnfunctie met automatisch
waterpassen (zie afbeelding A):
Het meetgereedschap genereert een
(groen)
horizontale en een verticale laser-
lijn, waarvan het waterpassen wordt
bewaakt.
Horizontale functie met automa-
tisch waterpassen (zie afbeelding B):
Het meetgereedschap genereert een
(groen)
horizontale laserlijn, waarvan het
waterpassen wordt bewaakt.
Verticale functie met automatisch
waterpassen (zie afbeelding C):
Het meetgereedschap genereert een
(groen)
verticale laserlijn, waarvan het
waterpassen wordt bewaakt.
1 609 929 R07 | (9.10.08)
Indicatie Functie
Loodstraal met automatisch
waterpassen (zie afbeelding D):
Het meetgereedschap genereert
(groen)
twee loodstralen verticaal omhoog
en omlaag, waarvan het waterpas-
sen wordt bewaakt.
Snijlijnfunctie zonder automatisch
waterpassen (zie afbeelding E):
Het meetgereedschap genereert
twee elkaar snijdende laserlijnen die
vrij kunnen worden uitgericht en
(rood/
niet noodzakelijk een loodrechte
groen)
hoek vormen.
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
(zie afbeeldingen F–G)
Plaats het meetgereedschap op een rechte en
stabiele ondergrond of bevestig het op de muur-
houder 13 of een statief 12.
Kies een van de functies met automatisch water-
passen.
Na het inschakelen worden door het automatisch
waterpassen oneffenheden binnen het zelfwater-
pasbereik van ± 4° automatisch gecompenseerd.
Het waterpassen is afgesloten zodra de laserlij-
nen of loodstralen niet meer bewegen. De indi-
catie 5 van de actuele functie brandt groen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bij-
voorbeeld omdat het oppervlak waarop het
meetgereedschap staat meer dan 4° van de wa-
terpaslijn afwijkt, brandt de indicatie voor auto-
matisch waterpassen 4 rood en wordt de laser
automatisch uitgeschakeld. Stel in dit geval het
meetgereedschap horizontaal op en wacht het
zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap
zich weer binnen het zelfwaterpasbereik van ± 4°
bevindt, brandt de indicatie 5 van de functie
groen en wordt de laser ingeschakeld.
Bosch Power Tools