C
F
afb. 5.2
102
BRANDERS EN ROOSTERS
Deze kunnen van het komfoor afgenomen worden en in een sopje gewassen
worden
Na het schoonmaken moet u de branders goed afdrogen en zorgvuldig op hun
plaats terugzetten.
Het is zeer belangrijk dat u controleert of u de vlamverdeler goed teruggezet heeft,
omdat een verkeerd geplaatste vlamverdeler zware storing kan veroorzaken.
Bij toestellen met elektrische ontsteking moet er worden gecontroleerd of de
elektrode schoon is, zodat deze goed kan vonken.
Opmerking: De elektrische ontsteking kan defect raken als deze wordt gebruikt
wanneer de branders zijn verwijderd.
DE BRANDERS CORRECT PLAATSEN
Het is zeer belangrijk dat u de vlamverdeler F en de kap C van de branders goed op
T
hun plaats teruggezet. De brander kan niet goed werken als deze onderdelen verkeerd
geplaatst zijn.
S
Zorg ervoor dat de elektrode "S" (afb. 5.2) steeds goed schoon is zodat de vonken pro-
bleemloos weg kunnen springen.
Zorg ervoor dat de sonde "T" (afb. 5.2) in de buurt van elke brander goed schoon blijft,
zodat de veiligheidskleppen probleemloos kunnen werken.
Zowel de sonde als de ontsteker moeten heel voorzichtig schoon worden gemaakt.
BRANDER MET DRIEDUBBELE KRANS
De brander moet geplaatst worden zoals in afb. 16 is aangegeven.
De ribben van de brander moeten in de uitsparingen steken zoals is aangeduid met de
pijlen.
Zet de kap A en de ring B op hun plaats (afb. 5.4 - 5.5).
Als de brander goed geplaatst is kan hij niet draaien (afb. 5.4).
afb. 5.3
A
B
afb. 5.4
afb. 5.5
afb. 5.6