Gebruik uitsluitend batterijen en laders die zijn goedgekeurd door de
•
fabrikant van uw telefoon. Haal uw lader uit het stopcontact
wanneer deze niet in gebruik is. Laat de batterij nooit langer dan
een week in de lader, omdat overbelasting de levensduur ervan kan
inkorten.
Een volledig opgeladen batterij zal met verloop van tijd ontladen
•
wanneer niet in gebruik.
Extreme temperaturen hebben een negatief effect op de prestaties
•
van uw batterij.
Gebruik de batterij uitsluitend waarvoor deze is bedoeld. Gebruik
•
geen beschadigde laders of batterijen.
Sluit de batterij nooit kort. Een onbedoelde kortsluiting kan
optreden wanneer de positieve en negatieve polen van de batterij
met
elkaar
Kortsluiting van de polen kan tot beschadiging aan de batterij of het
contact makende voorwerp leiden.
Gooi batterijen nooit in vuur, omdat er een risico op ontploffing
•
bestaat! Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn.
Batterijen moeten op correcte wijze worden verwijderd!
Probeer batterijen nooit te openen of vernietigen. Als er vloeistof uit
•
een batterij lekt, zorg er dan voor dat deze vloeistof niet in contact
komt met de huid of ogen. In het geval van contact met huid of
85
contact
maken
d.m.v.
een
metalen
voorwerp.