Duw onmiddellijk na de start de chokehendel van de "CHOKE"-stand naar de
"RIJDEN"-stand. (Als de temperatuur laag is, laat de motor dan enkele minuten
draaien vooraleer u begint te werken.)
De bedieningselementen gebruiken voor het maaien
Maaiblad is in werking zodra de motor wordt gestart. Terwijl de machine werkt moet u de
veiligheidshendel in werkstand houden. De motor stopt zodra u de motorbedieningsstang
loslaat.
Laat de hendel los om de motor te stoppen telkens u de grasmaaier moet achterlaten.
Koppelingshendel
Laat de koppelingshendel los om de voorwaartse beweging van de grasmaaier te
stoppen.
Laat de koppelingshendel steeds los vooraleer u de motor start. Als de koppeling wordt
ingeschakeld, zal de grasmaaier naar voor bewegen.
Bedien de koppelingshendel met een snelle en volledige beweging zodat de koppeling
ofwel volledig wordt ingeschakeld, ofwel volledig losgelaten. Houd de koppelingshendel
tegen de stuurstang vast tijdens het maaien met zelfaandrijving. Dit zal de levensduur van
het koppelingsmechanisme helpen verlengen.
CLUTCH LEVER
KOPPELINGSHENDEL
52
RIJDEN « RUN »