5 Installatie
10. Kantel het onderste deel van de binnenunit van de
muur weg en breng een hulpelement tussen de mon-
tageplaat en de unit in (bijv. een stuk hout).
11. Sluit de koudemiddelleidingen en de condenswaterlei-
ding op de desbetreffende afvoerleidingen van de in-
stallatie aan.
1
12. Isoleer de koudemiddelbuizen (2) en (4) afzonderlijk en
correct.
13. Voeg deze met de aansluitkabels (3) en de afvoerbuis
(5) samen, omhul deze unit met warmte-isolerend ma-
teriaal (6) zoals op de afbeelding weergegeven.
14. Leid deze naar achteren, voren of de zijkant aan de
binnenunit (1) naar buiten.
5.2.2
Manieren voor het afleiden van het
condenswater dat in de binnenunit ontstaat
–
Bij afvoer via een natuurlijk verval moet de condenswa-
terbuis, zodat het apparaat het afvalwater correct kan
afvoeren, over een verval van minstens 1 % van de bin-
nenunit beschikken.
5.2.3
Gebruik van de condenswaterbuis
▶
Zorg ervoor dat de lucht in de volledige condenswater-
buis circuleert om ervoor te zorgen dat het condenswater
vrij kan ontsnappen. Anders kan het condenswater via de
behuizing van de binnenunit worden afgevoerd.
▶
Monteer de leiding zonder knikken zodat de waterstroom
niet onderbroken wordt.
▶
Als u de condenswaterbuis buiten installeert, voorzie
deze ook van een thermische isolatie om het bevriezen
te verhinderen.
▶
Als u de condenswaterbuis in een kamer installeert,
breng dan ook een thermische isolatie aan.
▶
Vermijd de installatie van de condenswaterbuis met stij-
gende welving of met in water ondergedompeld vrij einde
of met golven.
▶
Installeer de condenswaterbuis zodanig dat de afstand
tot de vloer van het vrije einde minstens 50 mm bedraagt.
▶
Installeer de condenswaterbuis zodanig dat het vrije
einde niet in de omgeving van bronnen met een slechte
158
geur is aangebracht, zodat deze niet in de ruimte kan
dringen.
5.2.4
▶
Monteer de buitenunit op de daarvoor bestemde plaats.
▶
Verwijder de beschermdop van de koudemiddenaanslui-
tingen aan de buitenunit.
▶
Buig de geïnstalleerde buis voorzichtig in de richting van
de buitenunit.
▶
Snijd de buizen zodanig af dat een voldoende lang stuk
overblijft om deze met de aansluitingen van de buitenunit
te verbinden.
▶
Plaats de aansluitingen en voer het omwikkelen aan de
geïnstalleerde koudemiddelbuis uit.
▶
Verbind de koudemiddelbuizen met de desbetreffende
2
3
aansluitingen aan de buitenunit.
▶
Isoleer de koudemiddelbuizen afzonderlijk en correct. Be-
4
dek hierbij de eventuele scheidingspunten van de isolatie
met isolatietape of isoleer de onbeschermde koudemid-
6
5
delbuis met het desbetreffende materiaal dat in de kou-
detechniek wordt gebruikt.
5.2.5
Het koudemiddelcircuit bevat een speciale olie die de com-
pressor van de buitenunit smeert. Voor een makkelijkere re-
tour van de olie naar de compressor:
▶
Positioneer de binnenunit boven de buitenunit.
▶
Monteer de aanzuigbuis (de dikste) met verval naar de
compressor toe.
Bij hoogtes boven 7,5 m:
▶
Installeer bijkomend een sifon of een olieafscheider om
de 7,5 meter, waarin de olie zich kan verzamelen en
waaruit het kan worden afgezogen om dan naar de bui-
tenunit terug te stromen.
▶
Monteer een bocht vóór de buitenunit om het terugstro-
men van olie te verbeteren.
5.3
5.3.1
Installatie- en onderhoudshandleiding climaVAIR exclusive 0020250587_04
Sluit de koudemiddelbuizen aan.
Aanwijzing
De installatie is eenvoudiger als eerst de gasbuis
aangeklemd wordt. De gasbuis is de dikste buis.
Olieterugstroming naar de compressor
inplannen
Elektrische installatie
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door een elektrische schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
▶
Trek de stekker uit het stopcontact. Of
schakel het product spanningsvrij (schei-
dingsinrichting met minstens 3 mm con-
tactopening, bijv. zekering of vermogens-
schakelaar).
▶
Beveilig tegen herinschakelen.
▶
Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.