5.4 Oplossingen voor
problemen...
Het apparaat functioneert niet:
• Controleer of het apparaat is aange-
sloten en of de hoofdschakelaar is
ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in
werking gesteld, of is ononderbroken
in werking:
• De buitentemperatuur is te hoog.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• Er is teveel vers voedsel aanwezig.
• Controleer dat voldoende lucht circu-
leert nabij de sensor die zich in het
rechter deel van de koelcel bevindt.
• Controleer dat het achterste deel
van de koelcel voldoende wordt
belucht, en dat de condensator niet
excessief vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of con-
dens gevormd:
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• Er is warm voedsel in de koelcel
geplaatst.
• Het voedsel of de bakjes raken de
achterwand.
• De deurpakkingen zijn vuil of
beschadigd. Reinig of vervang de
pakking.
170
Reiniging en onderhoud
Onvoldoende koeling van de koelcel:
• De thermostaat is ingesteld op een
te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te
laag en bevriest het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een
te lage temperatuur.
• Het voedsel is niet in daarvoor be-
stemde bakjes of zakjes geplaatst.
• Fruit en groenten zouden excessief
nat kunnen worden.
• Het voedsel is tegen de achterwand
van de koelcel geplaatst.
De temperatuur in de vriescel zorgt
niet voor een correcte bevriezing van
het voedsel:
• De thermostaat is ingesteld op een
te hoge temperatuur.
• De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
• De deur sluit niet hermetisch.
• De deurpakkingen zijn vuil of
beschadigd. Reinig of vervang de
pakking.
• Er is een te grote hoeveelheid suiker
aanwezig in het in te vriezen voed-
sel.