Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omron E5CN Handleiding pagina 19

Verberg thumbnails Zie ook voor E5CN:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.Als u self-tuning gebruikt, schakelt u de voeding voor de belasting
(bijvoorbeeld een verwarmingselement) in op het moment dat u de
voeding voor het product inschakelt of eerder. Als de voeding voor
het product wordt ingeschakeld voordat de voeding van de belasting
is ingeschakeld, wordt self-tuning niet goed uitgevoerd en wordt
geen optimale regeling bereikt.
12.Dicht bij het product moet een schakelaar of onderbreker aanwezig
zijn. De schakelaar of onderbreker moet gemakkelijk bereikbaar zijn
voor de operator en moet gemarkeerd zijn als
loskoppelingsmechanisme voor deze unit.
13.Schakel altijd eerst de voeding uit voordat u het lichaam van het
product uit de behuizing trekt, en raak nooit de aansluitklemmen of
elektronische onderdelen aan en breng er geen schokken aan toe.
Wanneer u het lichaam van het product in de behuizing plaatst, dient
u te voorkomen dat de elektronische onderdelen de behuizing raken.
14.Gebruik voor reiniging geen verfverdunner of soortgelijke
chemicaliën. Gebruik standaard alcohol.
15.Ontwerp het systeem (bijvoorbeeld het bedieningspaneel) met
inachtneming van een vertraging van 2 seconden die de uitgang van
het product nodig heeft om te stabiliseren nadat de voeding is
ingeschakeld.
16.De uitgang wordt mogelijk uitgeschakeld wanneer u naar bepaalde
niveaus gaat. Houd hier rekening mee wanneer u een regeling
uitvoert.
17.Het aantal EEPROM-schrijfhandelingen is beperkt. Gebruik daarom
de RAM-schrijfmodus als u regelmatig gegevens overschrijft tijdens
communicatie of andere handelingen.
18.Raak altijd geaard metaal aan voordat u de temperatuurregelaar
aanraakt om statische elektriciteit van uw lichaam te ontladen.
19.Verwijder het klemmenblok niet. Als u dat toch doet, kan dat tot
storing of slecht functioneren leiden.
20.Besturingsuitgangen (voor aansturing van SSR) die als
spanningsuitgangen worden gebruikt, zijn niet geïsoleerd ten
opzichte van de interne circuits. Als u een geaard thermokoppel
gebruikt, mag u geen van de besturingsuitgangsklemmen op de
aarde aansluiten. (Als u dat toch doet, zouden er in een ongewenst
circuit temperatuurmeetfouten kunnen ontstaan.)
21.Controleer de staat van de klemmen wanneer u het lichaam van de
temperatuurregelaar vervangt. Indien gecorrodeerde klemmen
worden gebruikt, kunnen contactstoringen bij de klemmen ertoe
leiden dat de temperatuur in de temperatuurregelaar oploopt,
waardoor brand kan ontstaan. Als de klemmen gecorrodeerd zijn,
vervangt u ook de behuizing.
22.Gebruik aangepast gereedschap wanneer u de temperatuurregelaar
demonteert om deze buiten gebruik te stellen. Scherpe onderdelen
in de temperatuurregelaar kunnen letsel veroorzaken.
23.Controleer vóór het aansluiten van een uitgangsunit de specificaties
en lees de relevante informatie op het specificatieblad en in de
handleiding van de temperatuurregelaar zorgvuldig door.
24.Controleer de richting van de connectoren op de conversiekabel
voordat u de conversiekabel aansluit. Oefen geen buitensporige
kracht op een connector uit als deze niet onmiddellijk correct kan
worden aangesloten. Als u dat toch doet, kan de connector
beschadigd raken.
25.Plaats geen zware objecten op de conversiekabel, buig de kabel niet
verder dan de normale kromming en trek niet hard aan de kabel.
26.Maak de conversiekabel niet los of vast tijdens actieve communicatie.
Defecten of verkeerde werking van het product kunnen het gevolg
zijn.
27.Zorg dat de metalen onderdelen van de conversiekabel geen externe
voedingsklemmen raken.
28.Raak de connectoren van de conversiekabel niet met natte handen
aan. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
29.Sluit vóór het gebruik van infraroodcommunicatie de meegeleverde
montageadapter correct aan op de kabel voor de ondersteunende
software. Wanneer u de infraroodpoort van de kabel voor de
ondersteunende software aansluit op de adapter, moet u de
connector in de opgegeven lijn plaatsen. Als de connector niet goed
is aangesloten, kan mogelijk geen communicatie plaatsvinden.
Veiligheidsmaatregelen voor correct
gebruik
Levensduur
1. Gebruik het product binnen de volgende temperatuur- en
vochtigheidsgrenzen:
Temperatuur: −10 tot 55°C (zonder condensatie of ijsvorming)
Vochtigheidsgraad: 25 tot 85%
Als het product in een bedieningspaneel is geïnstalleerd, dienen de
omgevingstemperatuur en de temperatuur rond het product beneden
55°C te worden gehouden.
2. De levensduur van elektronische apparaten, zoals een
temperatuurregelaar, wordt niet alleen bepaald door het aantal keren
dat het relais wordt geschakeld, maar ook door de levensduur van
interne elektronische onderdelen. De levensduur van onderdelen
wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur: hoe hoger de
temperatuur, hoe korter de levensduur en hoe lager de temperatuur,
hoe langer de levensduur. Daarom kan de levensduur worden
verlengd door de temperatuur van de temperatuurregelaar te
verlagen.
3. Wanneer twee of meer temperatuurregelaars horizontaal dicht bij
elkaar of verticaal naast elkaar worden gemonteerd, loopt de interne
temperatuur op door de warmte die wordt uitgestraald door de
temperatuurregelaars en neemt de levensduur af. Gebruik in
dergelijke gevallen geforceerde koeling door ventilatoren of andere
ventilatiesystemen om de temperatuurregelaars af te koelen. Bij
geforceerde koelmethodes moet u oppassen dat u niet alleen de
aansluitklemgedeelten koelt, dit om meetfouten te voorkomen.
Meetnauwkeurigheid
1. Bij het verlengen of het aansluiten van de bedrading van het
thermokoppel moet u ervoor zorgen dat u compensatiekabels
gebruikt die met de thermokoppeltypen overeenkomen.
2. Bij het verlengen of aansluiten van de bedrading van de platina
weerstandsopnemer, moet u zorgen dat u kabels gebruikt met een
lage weerstand en dat de weerstanden van de drie kabels gelijk zijn.
3. Monteer het product horizontaal.
4. Als de meetnauwkeurigheid laag is, moet u controleren of de
ingangsverschuiving correct is ingesteld.
Waterdichtheid
De beschermingsgraad wordt hieronder weergegeven. Onderdelen
zonder specificatie over hun beschermingsgraad of met de specificatie
IP@0 zijn niet waterdicht.
Frontpaneel: IP66
Achterbehuizing: IP20, Aansluitzijde: IP00
(E5CN-U: Frontpaneel: IP50, Achterbehuizing: IP20,
Aansluitklemmen: IP00)
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
1. Nadat de voeding is ingeschakeld, duurt het circa twee seconden
voordat de uitgangen zijn ingeschakeld. Houd rekening met deze
vertraging wanneer u temperatuurregelaars opneemt in een
sequentiecircuit.
2. Als u self-tuning gebruikt, schakelt u de voeding voor de belasting
(bijvoorbeeld een verwarmingselement) in op het moment dat u de
voeding voor de temperatuurregelaar inschakelt of eerder. Als de
voeding voor de temperatuurregelaar wordt ingeschakeld voordat de
voeding voor de belasting wordt ingeschakeld, wordt self-tuning niet
goed uitgevoerd en wordt geen optimale regeling bereikt.
3. Wanneer u de bediening start nadat de temperatuurregelaar is
opgewarmd, schakelt u de voeding uit en vervolgens weer in op het
moment dat u de voeding voor de belasting inschakelt. (Als u de
temperatuurregelaar niet wilt uit- en weer inschakelen, kunt u ook
overschakelen van STOP- op RUN-modus.)
4. Gebruik de regelaar niet in de buurt van een radio, televisietoestel of
draadloze installaties. Deze apparaten kunnen radiostoringen
veroorzaken, waardoor de prestaties van de regelaar verminderen.
Overige
1. De disk die bij de conversiekabel wordt geleverd, is bestemd voor
gebruik in het CD-ROM-station van een computer. Speel de disk nooit
af in een audiospeler voor algemeen gebruik.
2. Maak de connector van de conversiekabel niet meerdere keren kort
na elkaar los of vast. Als u dat toch doet, kunnen er storingen
optreden in de computer.
3. Controleer na het aansluiten van de conversiekabel op de computer
het nummer van de COM-poort voordat u de communicatie start. De
computer herkent de kabelverbinding niet onmiddellijk. Dit is normaal.
4. Sluit de conversiekabel niet via een USB-hub aan. Hierdoor kan
schade ontstaan aan de conversiekabel.
5. Gebruik geen verlengkabel voor het aansluiten van de conversiekabel
op de computer. Hierdoor kan schade ontstaan aan de
conversiekabel.
Digitale temperatuurregelaar basistype
E5CN/E5CN-U
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E5cn-u

Inhoudsopgave