Veiligheidsmaatregelen
LET OP
Raak de aansluitklemmen niet aan wanneer de stroom is
ingeschakeld. Als u dit wel doet, kan er letsel optreden als
gevolg van elektrische schokken.
Zorg dat er geen stukjes metaal, afgeknipte draad of fijn
metalen schaafsel van de installatie in het product komen.
Als u dit wel gebeurt, kunnen er elektrische schokken, brand
of storingen optreden.
Gebruik het product niet op locaties waar het bloot staat aan
ontvlambare of explosieve gassen. Anders kan er letsel
optreden als gevolg van explosies.
Verwijder de kabel voor de configuratiesoftware van het
product wanneer u de software niet gebruikt. Er kunnen
storingen optreden vanwege ruis in de kabel.
Gebruik de temperatuurregelaar of de conversiekabel niet
als deze beschadigd is. Als u dit toch doet, kunnen er kleine
elektrische schokken of brand optreden.
Demonteer, wijzig of repareer het product nooit en raak
nooit interne onderdelen aan. Pas op voor eventuele
elektrische schokken, brand of defecten.
VOORZICHTIG - Kans op brand en elektrische schok.
a) Dit product heeft een UL-keurmerk als open
procesbesturingsapparatuur. Het moet in een behuizing
worden gemonteerd waaruit geen vuur kan ontsnappen.
b) Mogelijk zijn meerdere uitschakelaars vereist om de
apparatuur te ontkrachten voordat het product wordt
onderhouden.
c) De signaalingangen zijn van het type SELV, beperkte
energie. ✽1
d) Voorzichtig: Sluit de uitgangen van verschillende klasse
2-circuits niet op elkaar aan om de kans op brand of een
elektrische schok te verkleinen. ✽2
Als uitgangsrelais langer dan de verwachte levensduur
worden gebruikt, kunnen contacten smelten of verbranden.
Houd altijd rekening met de gebruiksomstandigheden en
gebruik de uitgangsrelais binnen hun nominale belasting en
verwachte elektrische levensduur. De verwachte
levensduur van de uitgangsrelais varieert aanzienlijk,
afhankelijk van de uitgangsbelasting en schakelcondities.
Draai de aansluitklemmen aan met een moment tussen
0,74 en 0,90 Nm. ✽3 Losse schroeven kunnen brand
veroorzaken.
Stel de parameters voor het product zo in dat ze in
overeenstemming zijn met het systeem dat wordt
aangestuurd. Als ze niet goed zijn ingesteld, kan dat tot
beschadiging van eigendommen of tot ongelukken leiden.
Door een storing in het product kan regeling onder bepaalde
omstandigheden onmogelijk zijn of kunnen alarmuitgangen
niet meer werken, waardoor beschadiging van
eigendommen kan optreden. Voor behoud van de veiligheid
bij storingen aan het product dient u altijd de juiste
veiligheidsmaatregelen te treffen, zoals installatie van een
bewakingsapparaat op een aparte lijn.
In het uitgangselement van relais met extra lange levens-
duur wordt een halfgeleider gebruikt. Als er te veel ruis of
een spanningspiek op de uitgangsklemmen aanwezig is,
treedt wellicht een kortsluiting op. Als de uitgang kortgeslo-
ten blijft, ontstaat brand vanwege oververhitting van het ver-
warmingselement of een andere oorzaak. Neem overal in
het systeem voorzorgsmaatregelen om overmatige tempe-
ratuursstijgingen en brandverspreiding te voorkomen.
Zorg ervoor dat er geen stukjes metaal of afgeknipte draad
in de kabelconnector voor de ondersteunende software
komen. Als dit toch gebeurt, kunnen er kleine elektrische
schokken, brand of beschadiging van de apparatuur
optreden.
Voorkom het ophopen van stof en vuil tussen de
connectorpennen van de conversiekabel. Als u dit niet doet,
kan dit brand tot gevolg hebben.
18
Digitale temperatuurregelaar basistype
Wanneer u het lichaam van de temperatuurregelaar in de
behuizing plaatst, zorgt u ervoor dat de haken aan de bo-
ven- en onderkant goed op hun plaats worden vergrendeld.
Als het lichaam van de temperatuurregelaar niet goed is
aangebracht, kan een slecht contact in de klemmensectie of
een verminderde waterdichtheid brand of defecten tot ge-
volg hebben.
Bij het aansluiten van de besturingsuitgangsunit op de con-
nector moet u de unit in de connector drukken tot er geen
speling meer is tussen de besturingsuitgangsunit en de con-
nector. Als u dit niet doet, kan een slecht contact tussen de
connectorpennen brand of defecten tot gevolg hebben.
✽1. Een SELV-circuit is een circuit dat van de voeding wordt
gescheiden met een dubbele of versterkte isolatie en maximaal
30 V r.m.s. en 42,4 V als piekspanning of 60 VDC heeft.
✽2. Een klasse 2-voeding is een voeding die door UL is getest en
gecertificeerd omdat hiervoor geldt dat de stroom en spanning
van de secundaire uitgang beperkt zijn tot bepaalde niveaus.
✽3. Het aanhaalmoment voor E5CN-U is 0,5 N·m.
Veiligheidsmaatregelen voor veilig gebruik
Neem de volgende voorzorgen in acht om defecten of ongunstige
effecten op de prestaties of functionaliteit van het product te voorkomen.
Als u dit niet doet, kan dat tot een gestoorde werking leiden.
1. Dit product is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis.
Gebruik dit product niet op de volgende plaatsen:
• Plaatsen die blootstaan aan rechtstreekse warmtestraling van
verwarmingsapparatuur.
• Plaatsen die blootstaan aan vloeistofspatten of oliedamp.
• Plaatsen die blootstaan aan direct zonlicht.
• Plaatsen die blootstaan aan stof of corrosief gas (met name
zwavel- of ammoniakgas).
• Plaatsen die blootstaan aan intense temperatuurwisseling.
• Plaatsen die blootstaan aan ijs- en condensvorming.
• Plaatsen die blootstaan aan trilling en zware schokken.
2. Gebruik en bewaar het product binnen de nominale
omgevingstemperatuur- en vochtigheidsgrenzen.
Groepsgewijze montage van twee of meer temperatuurregelaars of
montage van temperatuurregelaars boven elkaar kan leiden tot
warmte-ophoping in de temperatuurregelaars, waardoor hun
levensduur wordt verkort. Gebruik in dergelijke gevallen geforceerde
koeling door ventilatoren of andere ventilatiesystemen om de
temperatuurregelaars af te koelen.
3. Laat ruimte rondom het product zodat de warmte kan ontsnappen.
Vermijd blokkering van de ventilatiegaten van het product.
4. Zorg voor een goede bedrading met de juiste polariteit van de
aansluitklemmen.
5. Gebruik krimpvoeten met de opgegeven afmetingen voor de
bedrading (M3,5, max. 7,2 mm breed). Als u blanke draden wilt
aansluiten op het klemmenblok, gebruikt u gevlochten of massieve
koperen draden met een dikte van AWG24 tot AWG14 (gelijk aan een
dwarsdoorsnede van 0,205 tot 2,081 mm
6 mm.) In één klem kunnen maximaal twee draden van dezelfde dikte
en van hetzelfde type of twee krimpvoeten worden geschoven.
6. Bedraad geen aansluitklemmen die niet worden gebruikt.
7. U vermijdt inductiestoring door de bedrading voor de klemmenstrook
van het product gescheiden te houden van voedingslijnen die hoge
spanningen of grote stromen voeren. En bedraad voedingsleidingen
niet parallel aan of samen met bedrading van het product. Het gebruik
van afgeschermde kabels en aparte elektriciteitsbuizen of goten wordt
aanbevolen.
Sluit een overspanningsbeveiliging of storingsfilter aan op randappa-
raten die storing genereren (met name motoren, transformatoren,
elektromagneten, magneetwikkelingen en andere apparaten met een
inductiecomponent).
Controleer bij gebruik van een storingsfilter bij de voeding de span-
ning of stroomsterkte en bevestig het zo dicht mogelijk bij het product.
Laat zo veel mogelijk ruimte tussen het product en apparaten die
krachtige hoge frequenties (hoogfrequente lasapparaten, hoogfre-
quente naaimachines, enzovoort) of stroompieken genereren.
8. Gebruik dit product binnen de voorgeschreven bereikwaarden voor
belasting en stroom.
9. Zorg dat de voedingsspanning de nominale spanning bereikt binnen
twee seconden na het inschakelen van de voeding. Gebruik hiervoor
een schakelaar, relais of een ander contact. Indien de spanning
geleidelijk toeneemt, wordt de voeding mogelijk niet opnieuw
ingesteld en kunnen er uitgangsstoringen optreden.
10.Om te zorgen dat de juiste temperatuur wordt weergegeven, laat u de
temperatuurregelaar na het inschakelen van de voeding minimaal
30 minuten opwarmen voordat u de daadwerkelijke
besturingshandelingen start.
E5CN/E5CN-U
2
). (De striplengte is 5 tot