NEDERLANDS
•
Verdeel twee tot drie druppels siliconenolie over de lengte van
de loopmat.
•
Start de loopband en laat deze drie minuten draaien zonder
de loopmat te belasten (dat wil zeggen dat er niet op de
loopmat wordty gestaan).
LET OP!
Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur de loopband
en voorkomt letsel!
PROBLEEMOPLOSSINGEN
Display
geeft
geen
waardes
sensorkabels en de kabels van het console goed zijn bevestigd
en onbeschadigd zijn. Mocht het probleem hierdoor niet zijn
verholpen, verbuig de sensor voorzichtig.
Het apparaat piept: Controleer of alle bouten en moeren goed zijn
vastgedraaid. Druppel waar nodig siliconenspray.
Geen stroom: Controleer of de zekering goed is aangesloten en of de
sensorkabel op de juiste manier is verbonden met het console.
Motor slaat op tilt: Controleer of de motor aan vervanging toe is.
Stroomstoring: Controleer of de sensorkabel goed is aangesloten.
Veiligheidssleutel werkt niet naar behoren: Controleer of de
veiligheidssleutel goed is bevestigd. Open het console en controleer
of de schakelaar en de kabel onbeschadigd zijn. Mocht het probleem
hierdoor niet zijn verholpen, vervang het console.
FOUTCODES
Err(or E00): Veiligheidssleutel mist op het paneel of is niet goed
bevestigd.
•
Oplossing: Bevestig de veiligheidssleutel aan het gele gedeelte
van het paneel.
weer:
Controleer
of
de
E2: Besturingskaart is kapot.
•
Oplossing: Vervang de besturingskaart.
E4: De besturingskaart is kapot
Oplossing: Vervang de besturingskaart.
•
E5: Kortsluiting in de besturingskaart of de motor is geblokkeerd.
•
Oplossing: Controleer of de motor is geblokkeerd. Mocht het
probleem hierdoor niet zijn verholpen, neem contact op met de
leverancier.
E6: Motor kapot of motor is niet goed aangesloten
•
Oplossing: Controleer of de motor kapot is of niet goed is
aangesloten, sluit indien nodig de bedrading opnieuw aan.
Mocht het probleem hierdoor niet zijn verholpen, neem contact
op met de leverancier.
E7: Bedrading van de besturingskaart naar het paneel zijn
beschadigd of niet goed aangesloten.
Oplossing: Controleer of de bedrading goed is aangesloten en
•
niet beschadigd is, sluit indien nodig de bedrading opnieuw aan.
Mocht het probleem hierdoor niet zijn verholpen, neem contact
op met de leverancier.
E8: Het toestel ontvangt een te hoog elektrisch vermogen of wordt
te zwaar belast.
Oplossing: Controleer of het belastbaar gewicht niet wordt
•
overschreden. Sluit de stroom opnieuw aan en herstart de
loopband. Mocht het probleem hierdoor niet zijn verholpen,
neem contact op met de leverancier.
CONSOLE (FIG. A)
START: Druk op de "START" -toets en de loopband start na drie
•
seconden op 0,8 km/h.
+/-: Druk op de "+" toets om het tempo te versnellen en op de
•
"-" toets om het tempo te verlagen. De minimale snelheid is
0,8 km/h en de maximale snelheid is 14 km/h.
•
MODE: Druk op de toets "MODE" en het display geeft
"SPEED", "TIME" en "CALORIES" weer. Het display zal elke vijf
seconden oplichten met de gegevens van "SPEED", "TIME" en
17