Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

M Manual No.
I6 I67E-NL-01
V1000
Compacte stroomvector regelaar
Model: VZA
200V enkelfasig van 0,12 tot 4,0/5,5 kW
200V driefasig van 0,12 tot 15/18,5 kW
400V driefasig van 0,2 tot 15/18,5 kW
Snelle Start Instructie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Omron V1000 VZA

  • Pagina 1 M Manual No. I6 I67E-NL-01 V1000 Compacte stroomvector regelaar Model: VZA 200V enkelfasig van 0,12 tot 4,0/5,5 kW 200V driefasig van 0,12 tot 15/18,5 kW 400V driefasig van 0,2 tot 15/18,5 kW Snelle Start Instructie...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    V1000 Snelle Start Gids 1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ..2 2 Mechanische installatie......7 3 Elektrische installatie .
  • Pagina 3: Veiligheidsinstructies En Waarschuwingen

    1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Omron Yakawa Motion Control B.V. (OYMC) levert producten voor gebruik in een grote variëteit van industriële toepassingen. De selectie en toepassing van OYMC producten blijft de verantwoordelijkheid van de machinebouwer/eindklant. OYMC is niet verantwoordelijk voor de manier waarop zijn producten ingebouwd zijn in afgewerkte systemen.
  • Pagina 4: Veiligheidswaarschuwingen

    1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veiligheidswaarschuwingen WARNING Gevaar voor elektrische schokken • De regelaar niet aanpassen of veranderen anders dan vermeld in deze handleiding. Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. OYMC is niet verantwoordelijk voor een productmodificatie die uitgevoerd is door de gebruiker.
  • Pagina 5: Brandgevaar

    1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen WARNING • Het systeem kan onverwacht opstarten als het onder spanning wordt gezet, en zodoende de dood of ernstige verwondingen veroorzaken. Verwijder personeel van de regelaar, motor en machine vooraleer de spanning in te schakelen. Bevestig afschermingen, koppelingen en belastingen vooraleer de spanning in te schakelen. Brandgevaar •...
  • Pagina 6 1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen NOTICE Gevaar voor de apparatuur • Lees de elektrostatische ontladingsprocedure (ESD) na bij het hanteren van de regelaar en de klemmenstroken. Het niet respecteren hiervan kan leiden tot ESD-schade aan de regelaarcircuits. • Sluit geen motor aan of ontkoppel deze niet van de regelaar, zolang de regelaar spanning uitgeeft.
  • Pagina 7: Voorzorgsmaatregelen Om Te Voldoen Aan De Ce Laagspanningsrichtlijn

    1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Voorzorgsmaatregelen om te voldoen aan de CE Laagspanningsrichtlijn Deze regelaar is getest in overeenstemming met de Europese EN61800-5-1 standaard, en is volledig in overeenkomst met de Laagspanningsrichtlijn. De volgende condities moeten gerespecteerd worden om hieraan te blijven voldoen als een regelaar samen met een ander apparaat gebruikt wordt: Gebruik regelaars niet in een omgeving met vervuilingsgraad groter dan 2 en een overspan- ningscategorie 3 in overeenstemming met IEC664.
  • Pagina 8: Mechanische Installatie

    2 Mechanische installatie Mechanische installatie Bij ontvangst Kijk de volgende punten na bij ontvangst van de regelaar: Controleer het apparaat op mechanische schade. Indien er schade is aan het apparaat of delen ontbreken, stelt u zich dan in verbinding met uw leverancier. Controleer of het typenummer op het apparaat overeenkomt met het nr.
  • Pagina 9: Installatie, Oriëntatie En Tussenruimte

    2 Mechanische installatie Installatie, oriëntatie en tussenruimte Installeer de regelaar altijd rechtopstaand. Laat 30 mm 30 mm 100 mm Lucht voldoende tussenruimte om een natuurlijke afvoer van de warmte mogelijk te maken. Opm.: Verschillende regelaars kunnen naast elkaar geïnstalleerd worden door zij- aan-zij installatie toe te passen.
  • Pagina 10: Elektrische Installatie

    3 Elektrische installatie Elektrische installatie De onderstaande figuur toont het aansluitschema. DC-smoorspoel Thermisch Rem- (optie) Gebruik voor relais weerstand eenfasevoeding (optie) Link R/L1 en S/L2 Zekeringen R/L1 U/T1 Voeding V1000 S/L2 Filter V/T2 T/L3 W/T3 Hoofdschakelaar Vooruit/Stop Afgeschermde kabel Achteruit/Stop Aarding Externe fout Foutherstel...
  • Pagina 11: Bedradingsspecificaties

    3 Elektrische installatie Bedradingsspecificaties Hoofdcircuit Voor het hoofdcircuit dient men de zekeringen en netfilters zoals weergegeven in de tabel te gebruiken. Het aangegeven aandraaimoment niet overschrijden. EMC-filtertype Klemmen hoofdcircuit Geadv. Hoofd- Model motor R/L1,S/L2,T/L3, zekering VZA* kabel Rasmi Schaffner U/T1,V/T2,W/T3, B1, B2 GND (Ferraz) [mm²]...
  • Pagina 12: Besturingscircuit

    3 Elektrische installatie Besturingscircuit Het besturingsbord is uitgerust met schroefloze klemverbindingen. Gebruik daarom draden die voldoen aan de onderstaande specificaties. Voor een veilige bedrading is het aangeraden om draden met vaste kern of flexibele draden met een kabelschoen te gebruiken. De strip- lengte of kabelschoenlengte moet 8 mm bedragen.
  • Pagina 13: Bedrading Van Hoofd- En Besturingscircuit

    3 Elektrische installatie Bedrading van hoofd- en besturingscircuit Bedrading van de hoofdcircuitingang Neem de volgende voorzorgen voor de hoofdcircuitingang. • Gebruik enkel zekeringen die ontworpen zijn voor gebruik in combinatie met regelaars. • Bij gebruik van een aardlekschakelaar, moet deze geschikt zijn voor zowel DC- als hoog- frequente stroom.
  • Pagina 14: Aansluitklemmen Hoofdcircuit

    3 Elektrische installatie • Een voeding voor externe controle moet voldoen aan UL norm klasse 2. • Voor het besturingscircuit moeten twisted pair of afgeschermde twisted pair kabels ge- bruikt worden ter voorkoming van werkingsfouten. • Aard de kabelafscherming met een zo groot mogelijk contactoppervlak. •...
  • Pagina 15: Aansluitklemmen Besturingscircuit

    3 Elektrische installatie Aansluitklemmen besturingscircuit Type Klemnaam (signaal) Functie (signaalniveau), standaardwaarde Photocoupler ingangen, 24 VDC, 8 mA Opm.: De regelaar staat standaard in NPN mode. Bij Multi- Multi-functie digitale ingang 1 tot 6 gebruik van PNP mode, zet DIP schakelaar S3 op functie “SOURCE”...
  • Pagina 16: De Digitale Operator

    4 De digitale operator De digitale operator LED-operator en toetsen Via de LED-operator kan men de regelaar parametreren, starten/stoppen, evenals foutinformatie weergeven. De LED-indicatoren geven de status van de regelaar weer. STOP Toetsen en functies Display Naam Functie Data display Toont relevante gegevens, zoals frequentiereferentie, parameternummer, enz.
  • Pagina 17 4 De digitale operator Menustructuur en -modes De volgende figuur verduidelijkt de menustructuur van de digitale operator. Werking toetsen Schakel spanning aan (DRV knippert) Vooruit selectie Achteruit selectie Uitgangsfrequentie Uitgangsstroom Uitgangsspanning De Monitor Displays worden gebruikt om regelaargegevens Monitor Display zoals status van de uitgangen, uitgangsfrequentie, foutinformatie enz.
  • Pagina 18: Opstarten

    5 Opstarten Opstarten Setup-procedure van de regelaar De onderstaande figuur toont de basis setup-procedure. In de volgende pagina’s wordt elke stap meer in detail uitgelegd.. START Installeer en bekabel de regelaar zoals uitgelegd. Zet spanning op de regelaar. Initialiseer de regelaar indien nodig met parameter A1-01. Stel de referentie- en run parameters in.
  • Pagina 19: Voedingsspanning Aan

    5 Opstarten Voedingsspanning aan Voor het inschakelen van de voedingsspanning: • Zorg ervoor dat alle bedrading correct is aangesloten. • Zorg ervoor dat er geen schroeven, losse draadeinden of gereedschap achtergebleven is in de regelaar. • Na het inschakelen van de voedingsspanning moet de regelaar mode display verschijnen, zonder dat er een fout of een alarm wordt weergegeven.
  • Pagina 20 5 Opstarten Ga naar het autotuning menu voor autotuning en voer de aangegeven stappen in de onder- staande figuur uit. De hoeveelheid gegevens van het motorplaatje hangt af van de gekozen autotuning. Hier wordt de roterende autotuning getoond. Regelaar display Ga naar de Selecteer de tuning mode...
  • Pagina 21: Referentie En Run Selectie

    5 Opstarten Referentie en Run selectie De regelaar heeft een LOCAL en REMOTE mode. De LED in de LO/RE toets geeft de sta- tus weer. Status Omschrijving LO/RE LED Het Run/Stop signaal en de referentiefrequentie worden ingegeven via het operator LOCAL bedieningspaneel.
  • Pagina 22: Referentiefrequentie En Acceleratie-/Deceleratietijden

    5 Opstarten Referentiefrequentie en acceleratie-/deceleratietijden Referentiefrequentie instelling (b1-01) Stel parameter b1-01 in volgens de gebruikte referentiefrequentie. b1-01 Referentiebron Referentiefrequentie ingang Stel de referentiefrequenties in in de d1- parameters en de gebruikte digitale Operator toetsenbord ingangen om te schakelen tussen de verschillende referentiewaarden. Analoge ingang Sluit het referentiefrequentiesignaal aan aan terminal A1 of A2.
  • Pagina 23: Parametertabel

    6 Parametertabel Parametertabel Deze parameter tabel toont de meest belang- Par. Naam Omschrijving rijke parameters. De standaard instellingen Selecteert de stopmethode wan- staan in het vet. Voor de volledige tabel zie neer het run commando verwijderd wordt. de instructiehandleiding. Selectie 0:Afremming tot stop b1-03 stop-...
  • Pagina 24 6 Parametertabel Par. Naam Omschrijving Par. Naam Omschrijving V/f Patroon C1-03 Accel.-/ Stelt de acceleratie-/deceleratie- Decel. tijd 2 tijden 2 tot 4 in (stel in zoals Span- C1-08 tot 4 C1-01/02) E1-01 ningsin- Ingangsspanning gang inst. C2-01 S-Curve 1 S-curve bij start versnelling. Voor een lineaire V/f karakter- Max.
  • Pagina 25 6 Parametertabel Par. Naam Omschrijving Par. Naam Omschrijving Digitale ingang instellingen Pulsingang instellingen (referentiefrequentie ingang) H1-01 DI S1 tot ingang Stelt het aantal pulsen in (in Hz) dat Selecteert de functie van terminals H6-02 S6 functie- schaling gelijk is aan 100% ingangswaarde. S1 tot S6.
  • Pagina 26 6 Parametertabel Par. Naam Omschrijving Monitor Omschrijving Sel. bevei- Status ingangsterminals 0:Uitgeschakeld - Overbelasting liging tegen U1-10 = 0 0 0 0 0 0 van de motor kan optreden. L3-05 over- 1: Digitale ingang 1 1:Deceleratietijd 1 - Vertraag (terminal S1 ingeschakeld) belasting bij snelheid volgens C1-02.
  • Pagina 27 6 Parametertabel Monitor Omschrijving DI/DO Omschrijving Sel. Foutopsporing Functieselectie digitale ingangen U2-01 Actuele fout Multi-stap referentiesnelheid 1 U2-02 Vorige fout Multi-stap referentiesnelheid 2 U2-03 Referentiefrequentie bij vorige fout Multi-stap referentiesnelheid 3 U2-04 Uitgangsfrequentie bij vorige fout Jog frequentiecommando (hogere prioriteit U2-05 Uitgangsstroom bij vorige fout dan multi-stap referentiesnelheid)
  • Pagina 28: Storingen Verhelpen

    7 Storingen verhelpen Storingen verhelpen Algemene fouten en alarmen Fouten en alarmen geven aan dat er zich problemen voordoen bij de regelaar of de machine. Een alarm wordt aangeduid door een code op de display en de ALM LED knippert. De uit- gang is niet noodzakelijk afgeschakeld.
  • Pagina 29 7 Storingen verhelpen LED Display ALM FLT Oorzaak De regelaarsuitgang is afgeschakeld terwijl een van de veiligheidsingangen open is. Veilig (normaalgezien zijn beide ingangen H1 en H2 open) afschakelen • Een kanaal is intern onderbroken en schakelt niet af, zelfs indien het extern signaal fout verwijderd wordt.
  • Pagina 30: Operator Programmeerfouten

    7 Storingen verhelpen LED Display ALM FLT Oorzaak Controller onderspanning De voedingsspanning van de regelaarbesturing is te laag. DC-ladings- circuit fout Het opladingscircuit voor de DC-bus is stuk. Operator programmeerfouten Een operator programmeerfout (OPE) treedt op als een niet van toepassing zijnde parameter is ingesteld of bij een foute parameterinstelling.
  • Pagina 31: Autotuning Fouten

    7 Storingen verhelpen Autotuning fouten LED Operator Oorzaak Corrigerende actie Display Motorgegevensfout Er-01 De ingestelde motorgegevens zijn fout (bijvoor- Voer de gegevens opnieuw en herhaal de auto- beeld de basisfrequentie en de basissnelheid zijn tuning. fout). Kleine fout • Controleer de bedrading. Er-02 •...
  • Pagina 32 OMRON EUROPE B.V. Wegalaan 67-69, NL-2132 JD, Hoofddorp, The Netherlands. Tel: +31 (0) 23 568 13 00 Fax: +31 (0) 23 568 13 88 www.omron-industrial.com België Hongarije Polen Turkije Tel: +32 (0) 2 466 24 80 Tel: +36 (0) 1 399 30 50...

Inhoudsopgave